donderdag 4 november 2010

Oost-West, thuis best?

Kit Moresby: Tunner, we're not tourists. We're travelers.
Tunner: Oh. What's the difference?
Port Moresby: A tourist is someone who thinks about going home the moment they arrive, Tunner.
Kit Moresby: Whereas a traveler might not come back at all.
Tunner: You mean I'm a tourist.
Kit Moresby: Yes, Tunner. And I'm half and half.
(Uit The Sheltering Sky van Paul Bowles)

Toeristen werden we liever niet genoemd, reizigers klonk ons veel beter in de oren... maar deze travelers zijn toch maar terug naar huis gekomen, en nu we weer thuis zijn weten we beter dan ooit wat we onderweg toch wel gemist hebben...

Onze lekkere Belgische keuken hoort daar zeker bij:
  • De beste frietjes buiten België heben we ongetwijfeld in Argentinië gegeten, jammer genoeg kwamen de frietsausjes erbij in mini-zakjes van 5ml (Tegen dat je de sausjes allemaal had opengepeuterd en voldoende saus op je bord verzameld had om ten minste tien frietjes in te dippen, waren de frieten koud!). Maar nen echte goeie frut van de frituur, met een vette kwak echte mayonaise en andalouse, vergezeld van een curryworst special... dat vind je enkel in dit kleine landje!!!
  • Die grote, groene, Nieuwzeelandse moselen, waren absoluut heel erg lekker, maar als je dan tien groene mosselen geseveerd krijgt, huppeld er onvermijdelijk een grote pot Belgische mosselen in witte wijn- (of zeunt-) saus door je gedachten!
  • In Colombia kregen we lekkere rijst met verse kip, alleen jammer dat ze absoluut geen currysaus kenden (wees gerust we hebben meer dan ons best gedaan om een lekkere curry te zoeken/bereiden) en ze ons elke dag rijst + kip voorschotelden. Een beetje variatie had geen kwaad gekunnen... eens een keer schnitsel, of een slaatje met geitenkaas, een gevulde paprika of gewoon een pot appelmoes bij de rijst met kip... maar ja da's typische belgisch en vindt je zeker niet in Colombia!
  • Goei pannekoeken kan je gelukkig overal ter wereld zelf maken, maar echte Luikse siroop of echte Tiense bruine suiker...
  • Wat we nog het meest gemist hebben op vlak van eten, en ze echt nergens anders ter wereld zo goed  hebben als hier in ons kleine landje, is een lekkere verse bruine boterham of ne pistolet met schel belegen kaas, of verse vleessla, of preparé!
Wat we de volgende weken, ook echt niet gaan missen is het leven uit een rugzak:
  • Eén jaar lang dezelfde kledij (max twee verschillende outfits), maakt zelfs van een anti-winkelaar en een anti-mode mens, iemand die uitkijkt naar tassen vol nieuwe spulletjes!
  • En dan elke dag die rugzak in- en weer uitladen ("Doeme, die handdoek zit natuurlijk helemaal beneden!" of "Waar zit dat opblaasbaar kussentje nu?")... geef mij de volgende maanden maar een mega grote inloopkast, waar alles netjes op zijn plaats ligt!
  • Als je weer eens loopt te zeulen met heel je hebben en houden, van het busstation naar de volgende slaapplaats, dan wens je soms echt dat een mens helemaal niets nodig heeft om te leven!
  • En hoewel we het heel goed redden met slechts een rugzak van +/-12 kilo, wordt het toch snel duidelijk wat een enorme luxepaarden we in België zijn!
  • Hoewel een nomadenbestaan zeker zijn charmes heeft, is het nu toch weer heerlijk om 's morgens na het tandenpoetsen, je toiletzak niet te moeten inpakken samen met een natte handdoek, of om 's avonds na het tandenpoetsen terug in hetzelfde heerlijk zachte bed te kruipen! 
Wat ons ook weer naar huis heeft doen komen, zijn jullie allemaal natuurlijk:
  • De zatte en/of zotte avondjes in de Corbistraat, lijken nog zatter en zotter dan voorheen (laten we dat vooral zo houden!!!)!
  • Verjaardagsfeesten, kermissen en pasen of kerst doorbrengen met de hele familie is ook iets waar we weer naar uitkijken!
  • Weekendjes weg of een nieuw jaar inzetten, samen met onze beste vrienden, is onmisbaar voor ons!
  • En spelletjesavonden of samen gezellig koken en keuvelen, mag niet ontbreken!
Ondanks dit alles, blijft de 'traveler' diep van binnen toch wel voortbestaan... en gaan we ook een hoop dingen missen....

Al die mega maffe dieren ...
  • Dikke vette vogelspinnen en de tropische vissen van Thailand bijvoorbeeld.
  • Of de brulapen en rivierdolfijnen (van deze laatste waren er nog maar 30) van Laos!
  • En onze eerste kennismaking met pinguins in Nieuw Zeeland was ook prachtig... om nog maar te zwijgen over de enorme kolonies zeehonden die daar te vinden waren!
  • Onvergetelijk zijn natuurlijk ook de zwarte beren in Canada en onze ontmoetig met een echte grizzly!
  • Mega giftige slangen wegjagen met een stokje kunnen we hier, anders dan in Colombia, natuurlijk ook niet meer doen!
  • Piranhas vissen in het bijzijn van een horde aapjes kan je hier op de Grote Nete ook niet, terwijl we dit in Brazilië gewoon afwisselden met kaaimannen zoeken en bijzondere vogels spotten!
  • En indien er voor onze kust evenveel walvissen en zeeolifanten ronddobberden als in Argentinië, dan zou de horeca op den dijk nooit meer kunnen spreken over 'slechte maanden'! (de vrachtschepen moeten dan wel een nieuwe route uitstippelen, voor de haven van Antwerpen zou het dus ernstige gevolgen kunnen hebben, maar dat pakken we er graag bij, toch?).
  • Nog maar net terug thuis, missen we al deze wonderlijk wezens al... het is zelfs zo erg dat we een plastiek zak die over de weg waait, aanzien als een pinegel en er bruusk voor remmen... tja dat heb je als je gewend bent om te remmen voor gordeldieren, struisvogels, beren en andere wilde dieren!
Ook al de overheerlijke drankjes die we onderweg zijn tegengekomen worden al gemist;
  • De zelgestookte whiskey uit Thailand, die samen met gedroogde bananen en een speciaal soort worst, naar binnen gegoten werd!
  • De speciale ijswijn van British Colombia in Canada mocht er ook zijn!
  • De overheerlijke verse fruitshakes, die we in Colombia met de liters dronken om een beetje verkoeling te vinden!
  • De Braziliaanse Caïpirinha's die binnengingen als zoete limonade!
  • Om nog maar te zwijgen (niet dus) van de heerlijke Argentijnse wijnen!
Heel snel zullen we weer gaan snakken naar andere talen spreken, nieuwe gewoontes ontdekken, exotische of vreemde hapjes proeven, maar wat we nu al terug willen zijn al die vriendelijke mensen om ons heen, want zeg nu zelf; echt mega vriendelijk, zijn wij Belgen niet voor vreemde mensen... of toch niet zoals in...
  • Nieuw Zeeland, waar we op oudjaar door wildvreemden uitgenodigd worden om hun villa aan de kust voor onbepaalde duur te gebruiken.
  • Canada, waar we, tot vier keer toe, bij wildvreemden voor een week of langer in huis trekken.
  • Laos, waar al snel heel het dorp uitgelaten rondom ons staat wanneer we enkele balonnen opblazen voor de kinderen.
  • Colombia, waar je op straat door vijf personenen tegelijk wordt verder geholpen.... zelfs wanneer je geen hulp nodig hebt!
  • Brazilië, waar de knappe venten in bosjes voor je vallen... én waar bovendien dan geen enkele vrouw jaloers opkijkt (hé?).
Maar wat we nu al het meest missen is ongetwijfeld de prachtige, uitgestrekte natuur...
  • De verschillende jungles die we afgelopen jaar door getrokken zijn en waarin we allerlei vreemde, soms griezelige, maar altijd prachtige dieren zijn tegengekomen!
  • De ruige landschappen in Argentinië waar we na een dag in de auto content zeggen: "O da's nog maar zo ver als naar de ardenne en terug... we zijn er dus al bijna!".
  • De overweldigende gletsjers, watervallen en hoge bergtoppen, die je soms nietig doen voelen, maar je vooral omringen met een krachtig gevoel van vrijheid!
  • De uitgestrekte landschappen van Brazilië, waarin je blij bent om na honderden kilometers nog eens menselijk leven tegen te komen.
  • Groene natuur overal om je heen, die tegelijk rust en leven uitstraald.
Genoeg daarover nu, voor we terug willen vertrekken...

Tenslotte nog een bedankje aan jullie allemaal, om samen met ons toch een stukje op reis te gaan. Om ons te volgen doorheen onze avonturen en jullie interesse in dit ongewone jaar te tonen!

Kevin en Katrien

zaterdag 16 oktober 2010

Het zit er bijna op...

Nog snel effe enkele foto's van de laatste maffe weken in Argentinie. Een verslag volgt later nog...

Tot heeel heeeeeeel gauw!

vrijdag 1 oktober 2010

Reunite in Argentina

Buenos Aires =
• De hoofdstad van Argentinië
• Dé stad van de Tango
• Een wereldstad met 13 miljoen porteños (= inwoners van BA)
• De plaats waar hét Teatro Colon te vinden is; één van de grootste operahuizen ter wereld
• Het Parijs van Latijns Amerika
• Maar vooral… de plek waar Kevin terug inpikte op onze wereldreis!!!

Om Kevin direct onder te dompelen in de argentijnse sfeer, trokken we van Buenos Aires naar de Pampas, waar we in een typische estancia (= mooi landgoed op den buiten) kennis maakten met het leven van de gaucho’s (= argentijnse cowboys). We genoten van typische streekgerechten en de gezellige sfeer (dit keer werden de openhaarden van tevoren aangestoken, ah zalig!) en speelden zelf voor gaucho door te paard een rit te maken door een het prachtige, ruige landschap. Zo kwamen we erachter dat Kevin in zijn vorige leven nog een cowboy geweest moet zijn, want hij raasde met zijn paard in volle galop vooruit alsof het niets was!

Toen we genoeg genoten hadden van het zalige leven op de pampas trokken we door naar Nationaal Park Peninsula de Valdez… the place to be als je walvissen, zeehonden pinguins en zeeolifanten wil zien! En wees gerust wat we daar te zien kregen valt volgens ons te beschrijven als “een maritiem orgasme”! We hadden ervoor gezorgd dat we een klein appartementje hadden in Puerto Piramides, het enige mini-dorpje op de peninsula zelf. Onderweg naar Puerto Pirámides vroegen we ons vol spanning af of we misschien al een walvis zouden kunnen zien die avond…dat zou gewoon té maf zijn. Maar toen we in de haven aankwamen viel onze mond open van verbazing… de baai zat gewoon vól met balleinwalvissen, we telden er zeker 14!!!! Gewoon daar vlak onder onze neus zaten die grote beesten rond te dartelen in het water! Ongeloofelijk!!! De volgende dagen zagen we er nog veel meer; ze dobberden gewoon in het water, vertoonden kunstjes, sprongen hoog de lucht in of wuifden ons toe met hun grote staarten. En daar bleef het niet bij … de zeehonden, pinguins, maar vooral de zeeolifanten lagen met bosjes op de stranden. En de zeeolifanten maakten een diepe indruk op ons… ze waren veel groter dan wij verwachtten, hadden lieve babytjes bij zich (veel daarvan waren nog maar enkele dagen of uren oud) en twee mannetjes stalen de schow door een terrotoriaal gevecht (of zaten de vrouwtjes er voor iets tussen) vlak voor onze neus op te voeren, tot bloedens toe! Jammer genoeg zaten we hier in de verkeerde periode om ook de orka’s (waarvan er nog maar zo’n 100 bestaan) te zien die hier naar´t schijnt de jonge zeehondjes en de baby zeeolifantjes zomaar van’t strand plukken. Jammer genoeg… of gelukkig… zo hebben we weer een goede reden om nog een keertje terug te komen naar de Valdez!

Hoewel we op de peninsula al pinguins gezien hadden reden we toch nog via Punta Tombo, omdat er daar naar ‘t schijnt een redelijk grote pinguin-kolonie te bewonderen valt. Al gauw werd duidelijk dat ‘redelijk groot’ lichtjes onderschat was... na slechts 500m kwamen we de eerste zwart-witte vogel reeds tegen en daarna volgden er nog meer, nog veel meer... zo’n 550.000 ongeveer!!! En dat waren dan enkel de mannetjes nog maar die de nesten in orde aan het maken zijn, de vrouwtjes komen binnen enkele dagen/weken aan en die leggen in oktober hun eieren... in december zijn er in punta tombo meer dan 1 miljoen pinguins te vinden! Het was erg raar om zomaar tussen deze uitzonderlijke vogels te wandelen. We liepen weliswaar over een aangelegd pad, maar de dieren zaten vaak op minder dan één meter afstand naar ons te loeren! Aangezien er nu enkel mannetjes pinguins zijn en deze hun nesten aan’t klaarmaken waren, zagen we ook wel eens, en hoe kan het ook anders, twee mannetjes die in een serieus gevecht verwikkeld waren... sommigen zaten volledig onder het bloed! Gelukkig hielden de meeste venten het bij een beetje stoerdoenerij, waarbij ze een rare schreeuw uitstootten en lieten die het vechten maar achterwegen. Het was weer een prachtige beleefnis...

... en gelukkig ook maar, want hiervoor hadden we weer een hele hoop kilometers moeten rijden. Net zoals in Brazilië, is het voor een Belg, die niet veel gewoon is qua afstanden, heel gemakkelijk om de enorme afstanden hier serieus te onderschatten. En dat hadden wij natuurlijk ook weer gedaan... alle bezienswaardigheden liggen in Argentinië ver van elkaar, en je rijdt hier niet snel eventjes driehonderd kilometer op drie uurtjes tijd wanneer de helft van de wegen niet geasfalterd zijn! Laat staan dat je dan snel even 1000 km of in ons geval 3000 kilometer af legt om van Buenos Aires naar het aller zuidelijkste puntje van de wereld te rijden! Gelukkig zijn we met z’n drietjes en kunnen we geregeld van chauffeur wisselen. Jammer genoeg hebben de niet-chauffeurs onderweg niet veel om naar te kijken... het landschap in Oost-Patagonië is bijzonder eentonig... we moesten het doen met enkele kale bosjes op de uitgestrekte steppe, die zo ver rijkt als je kan zien.... (en nog verder ook). Ach zo heel erg vonden we dat nu ook weer niet... zo hadden we lekker veel lees-tijd voor de Belgische gazet, de nederlandstalige boeken en de vlaamse roddelboekskes! Bovendien zorgden enkele vreemde dieren van tijd tot tijd voor de nodige actie... zo hebben we bijna een struisvogel al zijn pluimen ontnomen en reden we bijna de gordels van een gordeldier los!

Maar ondertussen hebben we het wel gehaald en zijn we in Tierra del Fuego aangekomen! De kale steppe heeft plaatsgemaakt voor sneeuwwitte bergtoppen en prachtige fjorden omgeven door ijskoude rievieren en meeren! We zitten momenteel in Ushuaia, de zuidelijkste stad ter wereld.

Als we Ushuaia binnenrijden spreekt deze stad ons niet meteen aan. Ze is vuil en grauw, enkel de besneeuwde bergtoppen laten ons zien dat we wel degelijk in Patagonië zijn. De eerste uren wanneer je opnieuw op een vreemde plaats terecht komt zijn niet altijd de fijnste. Een slaapplaats zoeken is altijd de eerste prioriteit. We trokken vol goede moed naar het toeristen bureau. Daar vonden we direkt twee cabanas (een huisje dat je kan huren) die ons aanspraken...helaas konden we de uitbaters hier niet van bereiken en zetten we onze zoektocht verder naar een mooi, gezellig verblijf hier in Ushuaia. We trokken dan maar zelf naar de onze verkozen cabanas, helaas stonden we ook daar voor een gesloten deur! 3 uur later vonden we dan eindelijk een heerlijke chalet midden in het bos! Moe maar tervreden plofte in ons zalige bed, jaja hier konden we wel een tijdje vertoeven!

Na een goede nachtrust trokken we onze wandelschoenen aan om een bezoek te brengen aan het nationaal park Tierra del Fuego. We kozen een wandelpad uit dat een aantal kilometers lang was. Het pad was modderig en al snel kwamen we in een bijzonder bos terecht dat bedekt was met sneeuw. Door onze euforie bij het zien van de sneeuw, met alle sneeuwballen gevechten vandien en wandelen door de sneeuw waar je meters wegzakte... raakten we al snel van ons wandelpad af! Maar dit deerde ons niet. We genoten van het landschap en na een paar uur besloten we terug te keren aangezien we nog steeds geen pad konden vinden. (op de terugweg zagen we een pijl hangen die we dus gemist hadden.) We reden verder door een prachtig landschap en daarna genoten we van lekkere belgische kost die Kevin klaarmaakte: een geweldig lekkere ovenschotel!

Wat zeker niet op ons lijstje mocht ontbreken was een boottocht naar ‘het einde van de wereld’. Een zeer vriendelijke bemanning ontving ons op de boot. Het leek onwezelijk maar we zaten slechts 1000 kilometer van Antarctica af, best wel zot dus! Onderweg kwamen we zeehonden tegen en speciale vogels die op pinguins leken. Gedurende heel onze tocht keken we voortdurend uit op prachtige besneeuwde bergtoppen! Toen we toevallig een vissersboot tegen kwamen die net verse koningskrabben gevangen had en onze bemanning deze heerlijke schaaldieren ook nog klaarmaakten voor ons...tjaa dan konden we alleen maar zeggen: boottocht zeer geslaagd!

Toen we in Buenos Aires vertrokken richting het zuiden stond skiën en snowboarden zeker op ons verlanglijstje! Na heel wat mensen te hebben aangsproken met de vraag of het hier nu juist wel goed of niet goed was om te skiën, (op het eerste zicht leken de pistes er niet echt goed bij te liggen en het ski-oord eerder klein te zijn) werd het duidelijk dat als we nog wilde skiën we het best hier deden...want op andere plaatsen zou dat niet meer lukken. We haktem de knoop door en beslisten om nog drie dagen langer te blijven om van de bergen te zoeven in Ushuaia!

Maar zo komt er aan alles een einde en wordt het weer tijd om verder te trekken richting Calafate. Daar staan de gletjers ons op te wachten, avontuur verzekerd dus!

dinsdag 14 september 2010

DRINGEND: WANDELPADEN GEZOCHT in Argentinië

Nadat we het Noorden van Argentinië doorkruist hadden met de wagen, vonden we het hoog tijd om nog eens enkele stevige wandelingen te maken om mooie Argentijnse plekjes op een alternatieve manier te ontdekken! En geloof ons… dit lijkt een simpel doel, maar niets was minder waar…

Aangezien ik mijn vorige wandelschoenen ‘gedoneerd’ had aan de indianen, stond “nieuwe wandelschoenen aanschaffen”, als eerste op ons programma. In Salta (grote stad in het Noorden) wisten ze amper dat buitensportzaken en schoenenwinkels eventueel ook wandelschoenen kunnen verkopen dus besloten we ons geluk te beproeven in Cordoba (de tweede grootste stad van Argentinië, in het midden van het land ongeveer). Ongelooflijk maar waar vonden we gedurende het eerste uur van onze schoenenjacht zeker acht verschillende trekkerswinkels (tot onze grote vreugde want winkelen is niet bepaald onze grootste hobby), waar zelfs echte wandelschoenen te vinden waren (buitensportzaken zijn absoluut zeldzaam in Latijns Amerika, dus wij hadden het gevoel om even in het out-door-spullen-paradijs te zijn beland)! Onze vreugde ging echter snel over, toen we tot onze verbazing vaststelden dat deze winkels vooral teren op mannelijke klanten… duidelijker geformuleerd; trekkerschoenen voor vrouwen = forget it! Dit zou niet zo’n probleem zijn indien de mannelijke wandelmuiltjes niet veel te breed zouden zijn voor mijn poezelige voetjes! Om een veel te lang verhaal iets korter te maken; na drie verschrikkelijke winkeldagen en ten minste honderd verschillende schoenenzaken vonden we eindelijk de passende nieuwe wandelschoenen in Cordoba. We beloonden onszelf met een leuke film in de cinema, een heerlijk etentje, met de bijhorende drank, en maakten toen dat we wegkwamen uit deze grote stad… de schoenen waren er al, nu nog enkele leuke plekken om te gaan wandelen!


En alzo trokken we naar de Sierras Chica’s de Cordoba, meer bepaald naar La Cumbre. Daar aangekomen gingen we langs bij het toeristenbureau om geschikte accommodatie te vinden. Er waren heel wat mogelijkheden, maar één plekje aan de rand van het dorp, trok ons bijzonder erg aan. Aangezien telefonisch contact moeilijk bleek, en de vrouw van die toeristische dienst ons vertelde dat het vlakbij was (quote: “O, slechts 500m die kant uit”), besloten we zelf een kijkje te gaan nemen. Deze vrouw had duidelijk door dat wij uit waren op wandelen, want haar 500meter, bleken al snel drie km te zijn… en toen we aankwamen bij de ‘cabanas’, stonden we voor een gesloten deur, dus drie km’s werden er algauw zes. De nieuwe schoenen werden goedgekeurde voor middellange afstanden en uiteindelijk werden ook de cabanas goedgekeurd toen we na heel wat inspanningen de eigenaars te pakken kregen. Deze eigenaars werden voor ons al snel de tofste mensen in La Cumbre want ze deden voor ons zo maar eventjes 15€ van hun normale dagprijs af, waardoor wij de week doorbrachten in een heerlijk, gezellig huisje tussen de bomen, mét een eigen keukentje, living, twee slaapkamers, zwembad en the final touch; een open haard! Ja, we weten ondertussen goed hoe je best onderhandeld voor een super toffe, maar goedkope verblijfplaats! Wandelschoenen; OK, verblijfplaats; OK, geschikte dagwandeling; word gezocht!

De medewerkster van de toeristische dienst had ons een kopie gegeven van een handgetekend kaartje, waarop enkele wandelingen aangegeven stonden. En zo vertrokken we de volgende dag op pad… het duurde echter even voordat we een echt wandelpad vonden… welgeteld twee volle uren liepen we over niets anders dan een brede zandpad naar boven, en dat met een mooie portie opwaaiend stof van de auto’s die voorbij kwamen! Na veel rondvragen, vonden we eindelijk een klein paadje, dat leek overeen te komen met een paadje op ons handgetekend kaartje en dat terug in het dorp zou uitkomen. We wandelden door een prachtige kloof, naast een rivier, vergezeld door één van de buur-honden die ons heel die tijd al gevolgd had. Toen we aan een ijzeren bruggetje kwamen echter, durfde onze hond er niet over! Hij bleef zielig aan de overkant staan janken en pas na een half uur zette hij heel voorzichtig zijn voorpoten op het bruggetje… na nog wat aanmoedigen sloop hij voorzichtig naar de overkant! Daarna vervolgden we onze weg langs het riviertje en kwamen we voorbij prachtige verborgen meertjes met piepkleine gezellige strandjes, dicht struikgewas met vreemde stekelige zaadjes die overal in bleven hangen (vooral in je haren was dit geen pretje) en hoge bomen vol prachtige bloesems! Net toen we dachten dat we in de verte het dorp al zagen liggen, stonden we plots voor een goed afgesloten poortje waar niet omheen te gaan was. Lap!!! Er zat niets anders op dan gewoon helemaal terug te gaan! Uiteindelijk kwamen we zes uur later terug aan in ons huisje. We maakten nogmaals een heerlijk zelf bereide maaltijd en kropen toen dicht rond ons haardvuur!

La Cumbre staat bekend als zijnde dé parapente streek in Argentinië. De madam van de toeristische dienst vertelde ons echter dat er in dit seizoen (winter) niet gevlogen werd. Hmmm, dat plan werd dus al snel opzij geschoven en we besloten dan maar om met een taxi naar de parapente plek te gaan, daar te genieten van de mooie uitzichten en nadien de hele weg terug te wandelen. Die 16 km leek ons een goede afstand om ons wandelniveau van de voorbije weken terug wat op te krikken! Maar toen we aankwamen op het uitzichtpunt stonden er plots een tiental mensen klaar om van een berg te springen met hun parachute!!! We vielen uit de lucht, aangezien wij net vernomen hadden dat er nu niet gevlogen werd! De parapenters vertelden ons echter dat zij hier elke dag zijn, het hele jaar door! Toen zei er eentje; “Als jullie willen kunnen jullie nu meteen springen!” Dit was een complete verrassing voor ons, want we hadden eigenlijk niet gedacht dat we nog zouden gaan parapenten deze reis. Het zag er super cool (en hooooooog) uit, maar we lieten ons niet kennen en zo liepen we even later (met een instructeur weliswaar) de diepte in met een parapentescherm achter ons! We hingen meters hoog in de lucht en genoten van de uitzichten. Toch hadden we het alle twee iets spectaculairder verwacht en was het voor ons niet echt kicken (we misten snelheid en adrenaline!), maar we zijn alleszins weer een leuke ervaring rijker!

Na het springen was het te laat om te voet terug te gaan, dus La Cumbre had ons nog steeds niet overtuigd wat betreft trekking en wandelen. Deftige wandelkaarten, mooie paden en goed wandelweer ontbraken, dus na een week in La Cumbre werd het dan ook tijd om onze gezellige stek stilaan te verlaten en andere oorden op te zoeken. We beslisten om naar de regio Entre Rios te reizen. Dit ligt in het oosten van Argentinië, dicht bij de grens met Uruguay. We lazen dat daar twee nationaal parken waren, en dat leek ons zeer interessant (daar zouden we zeker enkele lange, mooie wandelingen kunnen maken). Tijd voor actie dus!!!

We reisden met de bus naar Diamante, een klein dorpje waar het Pre-Delta nationaal park gelegen is. Daar aangekomen bleek al snel dat dit park toch niet helemaal datgene was waar we naar op zoek waren. Er waren namelijk welgeteld twéé paden: het ene was amper 2 km lang en het andere slechts 500 meter!!! Jaja, je leest het goed!!! Het prinsenpark heeft dan wel wat meer te bieden! Enfin, we liepen er eventjes rond en besliste toen om dan maar te voet terug naar het dorp te wandelen… al was de enige manier daarvoor om helemaal langs de grote baan te gaan. Na een uurtje hadden we het daar dan ook mee gehad en liftten we mee met een pick-up. Gelukkige konden we er alle twee eens goed om lachen, maar daarmee was onze zoektocht naar een goed wandelpad nog steeds niet geëindigd.

We reisden verder door de provincie Entre Rios naar Natuurreservaat “La Aurora de las palmas” en het nabijgelegen nationaal park “Las Palmas”. In het natuurreservaat verbleven we enkele dagen in een oude treinwagon, die was omgetoverd tot een gezellig appartementje. In “La Aurora” hadden ze weer slechts twee wandelpaden, gelukkig waren deze net iets langer dan in het vorige nationaal park en daar maakten we dan ook direct gebruik van. Vergezeld door een heerlijk zonnetje liepen we over een oude spoorweg, langs palmbomen, over rivieren en drassige moeraslanden. Jammer genoeg hield het pad na een zevental kilometer plots op en moesten we over hetzelfde pad ook weer helemaal terug. Te paard verkenden we de volgende dag de rest van het reservaat en gingen we op zoek naar wild. Dat laatste is hier makkelijker te vinden dan een wandelpad, want na een uurtje zagen we twee herten door het bos huppelen!

In het nationaal park “Las Palmas” deden we nog een laatste poging om een trekking te doen, voor we door reisden naar Buenos Aires. Je hoort ons echter al komen… jaja ook hier geen mooie wandelpaden van meer dan twee kilometer te vinden! Wel zagen we Uruguay liggen aan de overkant van de rivier en ontdekten we een prachtige groen-witte Cobra. Toen we dichter bij de slang kwamen zag deze er echter meer dood dan levend uit. Met een kiezeltje testten we uit of ze nog leefde en inderdaad ze bewoog nog een beetje…. Ze deed haar bek open en siste naar ons en toen zagen we letterlijk hoe ze haar laatste adem uitblies en dood achterover viel! Op weg terug naar ‘La Aurora’ deden we autostop… of moet ik zeggen camion-stop; want de eerste die voor ons stopte was een super lange vrachtwagen… ach ja voor alles moet er een eerste keer zijn, dus ook voor het meeliften met een camion!

Het perfecte wandelpad moeten we in Argentinië nog tegenkomen, maar gelukkig is al de rest hier wel dik in orde en amuseren wij ons ook super goed, zonder de juiste wandelpaden!

donderdag 19 augustus 2010

Vive ma liberté…

Whisky on the rocks geserveerd krijgen op een bus, na een uitgebreide, warme, kant en klare maaltijd met lekkere rode wijn erbij …. Dat kan alleen op de Flecha-bus in Argentinië!!! Sinds een weekje vertoeven we in het land van El Ché en Evita Perron, het land van de vino’s en de Mate, waar de aarde zich uitstrekt in grote zoutvlaktes, zich opkrult tot hoge gebergtes, stuiptrekkend enorme gletsjers vormt, zich naar beneden stort samen met oneindige watervallen of lieflijk uitrekt tot weidse, wuivende grasvlaktes zoals de Pampas…

Hoewel we ondertussen in verscheidene landen geweest zijn, waarin we duidelijke verschillen opmerkten van streek tot streek, blijft de overgang van het ene land naar het andere toch nog steeds grotesker, indrukwekkender, moeilijker.

Zo was bijvoorbeeld de Pantanal in het Zuidwesten van Brazilië weer totaal anders dan Itacaré aan de kust of Manaus in het Amazonegebied… (niet moeilijk als je bedenkt dat dit alles telkens meer dan 2000 km uiteen ligt). Het dialect van de Brazilianen veranderde in die mate, dat zelfs wij, die haast geen Portugees spreken, het verschil duidelijk konden horen. De jungle en de zee werden vervangen door een weidse savanne afgewisseld met lage palmwouden en drassig gebied met ondiepe poelen. Het tropische kustklimaat maakte plaats voor een uiterst droog steppe klimaat met koude winden. (In het regenseizoen staat de meerderheid van dit landschap volledig onder water en is het hier klam en vochtig in plaats van aangenaam warm overdag tot redelijk koud tegen de avond en ‘s nachts.) Naast toekans en piranha’s zagen we ook weer heel andere dieren zoals tujuju’s (stork = één van de grootste vogels op aarde), ara’s (= grootste papagaai-soort), tatoe’s (= gordeldier), capibari’s, vossen,… Maar ook zagen we andere, ons al bekende diersoorten, op een heel andere manier dan voorheen; brulapen vlak boven ons hoofd i.p.v. ver weg, wilde zwijnen die groter waren dan al diegene die ik ooit eerder gezien heb, kaaimannen die in grote troepen samenleven en nog nooit zo dichtbij ons zaten. Kortom weer zo nieuw en prachtig en anders…

Maar toen gingen we de grens van Brazilië met Argentinië over. En de verschillen die daarmee gepaard gingen waren veel intenser, bruusker, van heel andere aard soms en nog veel duidelijker… Allereerst sloeg de koude ons dadelijk in het gezicht. Oké, we wisten wel dat het nog “winter” was/is in Argentinië, maar dat we dit hier, in het Noord-Oosten van het land, al zo fel zouden voelen, daar hadden we niet op gerekend! Gelukkig konden we ons direct weer terug opwarmen aan de hartelijkheid en de vriendelijkheid van de Argentijnen. In dit opzicht verschillen de Argentijnen en de Brazilianen dag en nacht… natuurlijk hebben we veel fantastische, lieve, vriendelijke en toffe Brazilianen ontmoet, maar de gemiddelde Braziliaan is (wat ons betreft) veel onvriendelijker en minder hartelijk dan de Argentijnen en dat voel je direct. In Brazilië misten Ellen en ik de onvoorwaardelijke vriendelijkheid en behulpzaamheid van de Colombianen, en na nog maar enkele dagen in Argentinië, hebben we het gevoel dat de Argentijnen dit weer ruimschoots goed gaan maken… (vreemd hoe je zoiets zo snel kan aanvoelen).

Daarnaast hadden we natuurlijk ook nog het verschil in taal… na enkele weken waren we eindelijk gewend geraakt aan het Braziliaanse Portugees met de “bom dia’s” en de “obrigada’s”, en nu werden die terug vervangen door de “buenas dia’s” en de “gracias-sen”… pff weer effe wennen hoor!!! Gelukkig hadden we Nele bij die ons met haar spaans (van het niveau van les 28) snel weer op het juiste pad zette en die ons, dankzij haar enorme dosis vers reizigersenthousiasme, snel over onze cultuurschok heen bracht! Daarenboven was het gelukkig ook niet echt moeilijk om van de caipirina’s af te kicken en over te schakelen op de Argentijnse wijnen! Na een kleine week hadden wij al door dat de wijnen van Cafayate nog lekkerder smaken dan die van Mendoza… ach wat kan een mens toch snel iets bijleren met een glaasje rode drank in de hand!

Viva ma liberté… is ondertussen wel onze slogan geworden. Ellen en ik zijn van in’t begin zo goed op elkaar afgestemd, dat rekening houden met elkaar als vanzelf ging. Waar Ellen zin in had, had ik meestal ook zin in en waar ik geen zin in had, deed Ellen ook liever niet; super handig om keuzes te maken en te doen en laten wat je zelf wil. Daarenboven zijn we erg content dat we per land veel tijd uitgetrokken hebben om op ons gemakje te kunnen reizen. Hoewel je natuurlijk in elk land nog veel meer tijd kan spenderen dan dat wij gedaan hebben, komen we veel reizigers tegen die op drie of vier maanden tijd vijf, zes of meer landen bezoeken in Latijns Amerika. Zo zijn we eens twee meisjes tegen gekomen die op twee maanden tijd vijf landen bezochten. Zij waren ook in Colombia geweest en op onze vraag waar ze dan geweest waren antwoordden ze doodleuk: “O, we zijn in Bogota (de hoofdstad) en in één andere stad geweest, want we hadden in totaal maar 5 dagen in Colombia.” Of een andere keer vertelde een jongen dat hij al in Argentinië was geweest. Aangezien wij nieuwsgierig waren naar het land vroegen we hem welke de mooiste plekjes waren. Zijn antwoord: “De Iguazu watervallen waren prachtig en Buenos Aires is een heerlijke stad, maar verder heb ik helaas niet veel kunnen zien want ik had er maar een weekje reistijd voor ik naar Peru gevlogen ben.” Telkens we zo’n verhaal horen vallen we haast achterover… vijf dagen of één week in zo’n grote landen… kan je dan naar waarheid zeggen dat je het land gezien hebt?! Jammer genoeg (voor hen) komen we vaak zulke reizigers tegen en telkens als we hun verhalen horen (die meestal gaan over hoe snel ze tien verschillende dingen gezien hebben omdat ze hun bus of vliegtuig naar het volgende land moesten halen) voelen we ons erg gelukkig over ons ruime reisschema en dat we hierdoor de vrijheid hebben om op ons gemakje een land te verkennen, de inwoners ervan te ontmoeten en ons rustig kunnen verdiepen in de cultuur, de taal en de omgeving waarin we vertoeven.

Het is ongelooflijk hoe makkelijk je gewend word aan deze vrijheid en aan een leven zonder ‘stress’ en ‘moeten’, en we zeiden al wel eens tegen elkaar dat we, eens we terug in België zouden zijn, ons terug erg zouden moeten aanpassen. We hadden echter niet verwacht dat ons liberté-gevoel zo sterk en groot kon zijn dat we er zelfs op reis al last van zouden hebben… zo is slapen in een dormroom vaak al een hele opgave, of zijn de ‘verplichte’ babbeltjes met andere Belgen of Nederlanders er meestal teveel aan, teveel tips uit reisboeken vermijden we, en de levende gidsen die we her en der tegenkomen moeten ons vooral niet te veel willen sturen want dan begint het bij ons te kriebelen!

Zo was voor ons de aankomst in Argentinië, via de grensovergang aan de Iguazu-watervallen, toch wel weer een beproeving… De watervallen zelf waren prachtig, onmenselijk mooi zelfs en de aanblik van dit natuurwonder gaf ons koude rillingen… zo mooi! Maar de massa’s toeristen die daar in hordes rondliepen… waauw niet te doen! De watervallen zijn ongetwijfeld de meest toeristische plek geweest waar ik tot hiertoe, in tien maanden reizen geweest ben. Jammer genoeg verloren deze machtige watervallen, door de aanwezigheid van al deze mensen toch wel wat van hun charmes … Lang zijn we dan ook niet in Puerto Iguazu blijven hangen. We trokken snel door naar San Ignacio waar slechts een handjevol andere toeristen te bespeuren waren.

Na lang zoeken vonden we de perfecte verblijfplaats; een gezellige boerderij die tot hostal omgebouwd was, op een rustige plek aan de rand van het dorp. De eigenaar was een oudere kunstenaar die bijzonder goed kon koken en graag over het leven filosofeerde. We genoten van de rust en maakten een lange wandeling in een nabijgelegen natuurpark. Het natuurgebied was gelegen langs de rand van de Parana rivier, die een natuurlijke grens vorm tussen Argentinië en Paraguay. Tijdens de wandeling kwamen we op verschillende uitkijkpunten waar we een mooi zicht hadden over de rivier en op het buurland van Argentinië. ’s Avonds brachten we een bezoek aan de ruïnes van San Ignacio. Aan de hand van een prachtige lichtshow, waarbij figuren tot leven gebracht werden door ze te projecteren op watergordijnen, werd het verhaal van de Spaanse Jezuïeten die vreedzaam samen leefden met de Indianen verteld. Verder bezochten we een maté- (typische kruidenthee van Argentinië) fabriek en testten we het brouwsel (waar iedereen hiermee rondloopt) eigenhandig uit… we waren het er dadelijk over eens dat muntthee toch lekkerder is!

De fletcha-bus bracht ons nadien 18 uur verder naar Salta, van waaruit we het noorden van Argentinië met een huurauto verder zouden ontdekken. Het mag wel gezegd worden dat de busritten hier veel aangenamer zijn dan in Brazilië. Dit heeft natuurlijk te maken met de enorme luxebussen hier (veel bredere leren zetels die je bijna plat kan leggen én uitgebreide maaltijden onderweg), terwijl de prijs van een busrit hier de helft minder bedraagt dan in Brazilië.

Vanuit Salta was het direct klimmen geblazen, waarbij we al onmiddellijk werden getrakteerd op wonderbaarlijke landschappen. Gelukkig stond het weer aan onze kant en vergezelde een stralende zon ons op onze tocht… gelukkig want geregeld reden op een hoogte van meer dan 3000m, waar we die warmte overdag best konden gebruiken! Her en der zagen we nog smeltende ijspieken, die het landschap nog feeërieker maakten! Verder naar het Noorden belandden we in de provincie Jujuy, die tot de armste van het land behoren en waar metershoge cactussen het indrukwekkende landschap sieren. Een provincie die veel gelijkenissen met Bolivia vertoond, en waar ‘los indios’ nog steeds duidelijk overheersen. Toch zijn het maar een deel van hen die bewust hun tradities en gewoontes tentoonstellen aan de gewone toerist. En ja, dat zijn we nu eenmaal niet. We hadden vernomen dat er in de buurt een mooie 7-kleurige berg te bewonderen was. Een plaatselijke gids wees ons de weg de bergen in en na een meer dan avontuurlijke tocht van 60 km over een ruig rotsenpad, waar we een helemaal niemand tegenkwamen, belandden we in een dorp…het leek wel het einde van de wereld. En die 7-kleurige berg….dat leek wel een 10-kleurige berg. Wat we toen nog niet wisten was dat we enkele dorpjes te ver zaten, om die toeristische 7-kleurige berg te zien…

Toch was het meest fascinerende voor ons de inwoners van het dorp die helemaal geen Spaans verstonden, en wegvluchten als ze ons zagen naderen. Een ongelofelijke belevenis! En zeker toen we de rivier blijkbaar over moesten rijden om onze terugweg te kunnen hervatten. Na een uitgebreide prospectie, waagden we de overtocht, waar we glansrijk in slaagden! In alle vrolijkheid vergaten we mijn schoenen zelfs bij het water. Het zal in ieder geval een belevenis zijn voor de inwoners van het dorpje om kennis te maken met het fenomeen ‘de schoen’. Na een helse, stoffige tocht terug bereikten we moe maar voldaan de bewoonde wereld. Uiteindelijk waren we blij ‘s avonds een bed te vinden bij een indianenfamilie thuis, wel vreemd dat we ‘s morgens het vlees naast de was zagen drogen op de waslijn. Het echte leven dus!

Na een rustpauze in het dorp waar de echte 7-kleurenberg zich bevond, een ongelofelijke teleurstelling voor ons (“ is het dat maar”….. “wij hebben al wel beters gezien”) hervatten we onze terugtocht richting Salta. En dat over de ruta 40, waar Ché Guevarra en zijn maat Ernesto ooit overheen trokken met de moto. Wonderbaarlijke weg was het zeker! Niet alleen de vergezichten maar ook de dichtere zichten op de weg…. Onnoemelijk veel rotsen, vele stenen,…en een platte band. Toch bolden we enige tijd later lustig verder richting zoutvlakten en andere fenomenale natuurverschijnselen.

Oh lalala oh lalala oh lalala c’est magnifique!!!

maandag 2 augustus 2010

“Eejen tweeje dreij, da is weeral veurbijjj!!!” (met dank aan Karel Loots)

‘Tijd’ is toch zoiets raars,… zo relatief en subjectief! Enerzijds lijkt het begin van onze grote wereldreis weeral zo lang geleden. Ik moet al goed nadenken om nog te weten wat we in Thailand en Laos precies gedaan hebben. Anderzijds lijkt het slechts een week geleden dat we in november 2009 in Bankok op ons hotelkamertje elkaar aankeken en vol ongeloof zeiden; “Wat zijn we toch aan’t doen… weg voor een half jaar/één jaar… waauw da’s misschien toch wel lang…!”. En niets is minder waar een jaar is super lang … en toch ook zó kort. Het is ongelooflijk hoe de tijd voorbij gevlogen is! Binnen een dikke twee maanden ben ik weeral terug in België… … … oef slik… ander onderwerp…

Na het uitwuiven van onze ouders namen wij de nachtbus naar Itacaré (een plaatsje aan de kust ten zuiden van Salvador). Tegen dat de mama’s en papa’s terug in België stonden, waren wij amper een beetje zuidelijker in Brazilië. We stonden weer eens versteld van de enorme grootte van dit land en begonnen ons plots af te vragen of we de reis van Itacaré naar de Pantanal (helemaal in het westen van het land) toch niet een beetje onderschat hadden. We hadden nog welgeteld twee weken om daar te geraken voor Nele (een vriendin die een maand met ons mee komt reizen) daar zou aankomen. Het originele ‘plan’ (voor zover je onze impulsieve ideeën plannen kunt noemen) was om beetje bij beetje, rustig aan verder te reizen en hier en daar te stoppen bij leuke plekjes. Toen we zagen hoe lang het duurde om van Salvador naar Itacaré, dat op de kaart amper twee centimeter lager ligt, te reizen, wisten we meteen dat we met een ander plan op de proppen moesten komen. Om ons reisritme (= tijd genoeg nemen om één leuke plek goed te leren kennen) niet te verstoren, besloten we om 7 tot 10 dagen door te brengen in Itacaré en dan in één keer de overbrugging naar de Pantanal te maken.

En maar goed dat we dit zo aangepakt hebben want Itacaré was ZALIG!!! We kwamen terecht in een klein surfers-dorpje aan de kust, met een voornamelijk zwarte bevolking, waar geleefd wordt op het ritme van de reggae en de golven! Het hostal waar we verbleven was zonder uitzondering het meest kleurrijke hostal tot hier toe en de eigenaar was absoluut de meest verwijfde en vreemde man tot hier toe!!! Maar Itacaré laat ons meer dan een hoop mooie herinneringen na! Allereerst kreeg Ellen haar vuurdoop in wildwater-rafting. Hoewel we er niet veel van verwachtten, omdat onze raft werd volgepropt met bange venten en kleine kinderen, waren de rapids (= stroomversnellingen) toch super en steeg ons adrenaline gehalte serieus! Jammer genoeg duurde het raften zelf maar een uurtje (wij hadden nog uren kunnen doorgaan in dat kolkende water!), maar dit werd mooi aangevuld met een avontuurlijke 4x4-tocht om daar te geraken en weer terug!

Toch konden we nog wel wat meer waterpret aan en daarom besloten we enkele surflessen te nemen in Itacaré, maar niet voordat we eerst een lange wandeling zouden maken naar een afgelegen strand in de buurt. We namen de volgende dag een locale bus tot het vertrekpunt van de wandeling en gingen vol goede moed op pad. Het zou zo’n 6 kilometer zijn tot bij het mooiste strand van de streek en een wandeling van twaalf kilometer leek ons ideaal om enkele Braziliaanse kilo’s op een leuke manier te verbranden. Na een kilometer of twee stopte er plots een pickup naast ons met een vriendelijke man die ons een lift aanbood… tja daar konden we natuurlijk ook geen neen tegen zeggen en zo belanden we iets sneller bij het prachtige strandje. Daar namen we eerst even de tijd om de woeste golven vol ontzag gade te slaan en we hoopten dat we bij onze surflessen niet te maken zouden krijgen met dat soort golven, want… waauw dat waren net iets andere golven dan in Den Haan!

We voelden ons nog zo fris en fit dat we besloten om het wandelpad naast de kustlijn te volgen in de richting van Itacaré. Er was ons op voorhand wel gezegd dat je via de kust niet van dit strand terug naar Itacaré kon wandelen, maar wie niet waagt niet wint! En zo trokken we weer op pad zonder te weten wat er ons te wachten stond. We zijn er dan uiteindelijk wel niet geraakt, maar onze tocht was zeker het vermelden waard en weer super avontuurlijk! In het begin was het paadje mooi bewandelbaar en kwamen we hier en daar nog wel eens een andere wandelaar of een surfer tegen. Al gauw echter hield het pad op en stonden we plots in de prachtigste tuinen die we ooit gezien hadden! Het leek alsof we in de achtertuin van een welgestelde beroemdheid terecht gekomen waren. We vonden en nieuw pad dat door deze tuinen vol exotische planten en vijvers liep, vlak naast diepe kliffen die het land en de zee op een bruuske manier van elkaar scheidden. Het voelde aan alsof we ons op privé terrein bevonden, maar we hadden het laatste uur niemand meer gezien en dus besloten we nog even door te gaan… als iemand ons betrapten zouden we wel het domme blondje uithangen (aangezien we de enige in heel Brazilië zijn die geen zwarte haren hebben, zou dat niet al te moeilijk moeten zijn, haha). Plots draaide het mooie wandelpad terug en stonden we voor een dichtbegroeid bos. We gaven nog niet op en vonden een kleine doorgang door het struikgewas. We baanden ons een weg door het donkere bos tegen een stevig tempo zodat de mieren niet in onze voeten beten en met een dun stokje in de hand om de spinnenwebben uit ons gezicht te houden. Hmmm misschien volgende keer toch maar wandelschoenen ipv sandalen aandoen! Onderweg spookten de tarantula’s, de slangen en de grote (vaak gevaarlijke) insecten die we eerder gezien hadden in Brazilië en Colombia door onze gedachten en vroegen we ons af of we wel verstandig bezig waren… Maar de kicks hadden ons te pakken en we dachten er nog niet aan om terug te draaien! Tot we terug uitkwamen op een klif en nog steeds het dorpje niet zagen liggen… Er werd besloten dat we nog een uurtje zouden doorgaan en als we dan het dorp niet zagen, zouden we terug draaien, want het was inmiddels al laat in de namiddag. Toen we een half uur later, na het doorkruisen van een palmboomplantage (aha nog steeds menselijke tekens rondom ons hèhè) plots op een hoge omheining stootten, besloten we nog eens af te dalen tot bij de kliffen om te zoeken naar een oriëntatiepunt. En wat zagen we toen… achter die hoge omheining begon een nieuw domein van één of andere rijke stinkerd… (Braziliaanse maffia of een rijke filmster… wie zal het zeggen) en een bewakingsagent stond ons aan te kijken. Net toen we hem wilde vragen (toeroepen over de woeste zee) of hij een uitweg richting Itacaré kende voor ons, draaide hij zich om en was hij verdwenen. Na een moeizame klim terug naar boven, waarbij we meermaals wegschoven en dreigden in het wild schuimende water te belanden, besloten we terug te keren tot een splitsing die we eerder gezien hadden en landinwaarts een pad te zoeken.

Aan de splitsing namen we het bredere pad in een andere richting, want we hadden echt geen zin meer om door dat griezelige bos terug te gaan en toen zagen we in de verte een huisje… dachten we toch… Toen we dichterbij kwamen bleek ons huisje echter een groot graf te zijn. Brrr, zo gauw dit tot ons doordrong trok er een koude rilling door ons heen… een graf in het midden van het bos, wat stelde dat voor?! We vervolgden onze weg over het brede pad en hadden al snel door dat dit graf toebehoorde tot één van de families van de grote mooie tuinen! Het brede ‘veilige’ pad bracht ons terug tot aan de vijvers… oef we moesten dus niet meer door dat enge bos!!! Enkele uren later stonden we terug op het feeërieke strand, maar de vriendelijke man die ons die lift gegeven had, was natuurlijk al lang weg! Dat betekende dat we nog zes kilometer voor de boeg hadden en het begon al te schemeren. Tegen een stevig tempo vervolgden we onze weg en slecht een uur later zaten we weeral moe maar voldaan in de ‘veilige’ bus die ons terug bracht naar het dorp. Wat een belevenis hadden we weer achter de rug!

En toen… was het SURF-TIME!!! We hadden drie lessen geboekt in de hoop dat we tegen het einde toch al eens één keer konden rechtstaan op zo’n plank. Onze eerste les was meteen ook de vermoeiendste; want je hebt bijzonder veel fysiek en spieren nodig om juist te leren peddelen terwijl je op de surfplank ligt, al zittend op het surfbord en enkel met beenbewegingen te leren draaien, en in vijf stappen proberen rechtop te staan (terwijl we op het droge lagen met ons bord wel te verstaan). Het was super zwaar, maar de idee om na drie dagen misschien rechtop een golfje te trotseren deed ons volhouden. De volgende les echter (die wegens een stevige kater al een dagje was uitgesteld) gingen we naar een ander strand. Hoewel we ons daar probeerden te concentreren op de theoretische uitleg die we eerst kregen, leidden de enorme golven ons constant af… in ons hoofd riepen allerlei stemmetjes: “gaan wij die mega grote golven moeten trotseren??? Help!!!”. En niets was minderwaar, even later vochten we tegen de woeste golven, om toch maar diep genoeg de zee in te geraken voor de juiste be-surfbare-golf. Met onze grote surfplank aan ons been (jaja letterlijk) spartelden we doorheen de woeste golven. De ergste golven trotseerden we door eronder heen te duiken en tegen dat we ver genoeg geraakt waren, waren we zo uitgeput van ons gevecht met de zee dat we bijna geen kracht meer hadden om recht te staan. Na een half uurtje echter hadden we de zee onder de knie en lukte het ons om (met behulp van onze leraar uiteraard) op de juiste golven rechtop te staan en ‘echt’ te surfen! Wat een machtig gevoel!!! Kletsnat en doodmoe sta je dan plots recht op zo’n surfplank en schiet je pijlsnel over de golven in de richting van het strand… waaauw! Heerlijk! Zo’n surfervaring is een echte aanrader!!!

Na al dit moois was het tijd om richting Campo Grande (een stad aan de rand van het natuurgebied van de Pantanal) te trekken. We moesten op enkele dagen tijd nog zo’n 2500km per bus overbruggen, want het vliegtuig was, net zoals de meeste dingen in Brazilië, veel te duur. We zouden dit in twee of drie stukken doen en af en toe ergens stoppen om te overnachten en rond te kijken. Jammer genoeg waren we ondertussen ergens onze reisgids verloren, en hadden we dus geen idee door welke dorpen, steden en interessante gebieden we zouden komen op weg richting Campo Grande. Toen we na de eerste 24uur, om zes uur ’s morgens aankwamen in Belo Horizonte besloten we dan maar om nog een viertal uur door te reizen met de volgende bus en dan op goed geluk ergens uit te stappen. We kochten een kaartje, maar toen we zo’n drietal uur op de bus zaten, zagen we plots dat er op ons ticket een heel andere stad stond, dan diegene waar wij zouden uitstappen. De chauffeur zei ons dat deze stad nog eens 4uur verderop lag… daarom was dat ticket zo duur!!! Tja we hadden betaald tot in Barretos dus we zouden meerijden tot in Barretos! En zo werden die vier extra uurtjes op de bus er plots acht, en toen had de bus ook nog eens jammer genoeg batterij-problemen… nog eens drie uur vertraging! LAP! Uiteindelijk kwamen we aan in Barretos… waar, zo bleek heel gauw, geen z*k te zien was! Dus de volgende dag sprongen we terug de bus op voor nog een 16-tal uurtjes!!!

Aangekomen in Campo Grande zochten we een rustig plekje om te bekomen van deze lange tocht… en zo belanden we op Fazenda Haras Cachoeira. Deze heerlijke plek in enkele woorden beschrijven is het moeilijkste deel van heel deze blog, maar toch ga ik dat proberen want binnen tien minuten wordt ons volgende uitgebreide biologische avondmaal weer geserveerd! Dus de Fazenda staat voor ons gelijk aan; een ecologische boerderij, waar de prachtige toekans, arenden, buizerds, Queiro Queiro’s, felgekleurde spechten en tientallen andere vogels ons gezelschap houden aan het zwembad of terwijl we aan het paardrijden zijn! De boerderij staat onder leiding van Donna Rosa, een echte Italiaans-Braziliaanse Mamma, die van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in de keuken staat en met veel liefde de heerlijkste en meeste uitgebreide maaltijden klaarmaakt. Met andere woorden… we zijn weer maar eens met ons gat in de (verse) boter gevallen!!!

Morgen breekt er weer een grote dag aan, want om 8u spoeden wij ons naar het vliegveld want Nele vliegt momenteel over de Atlantische oceaan onze richting uit!!!! Samen bezoeken we eerst nog de Pantanal (waar we Anaconda’s en poema’s gaan zoeken) voor we richting Argentinië trekken… maar da’s voor de volgende keer!!!

Muchos besos a ustedes!!!

zondag 25 juli 2010

Na onze fantastische vierdaagse boottocht op de Amazone, waren we, enkele dagen voor onze ouders op bezoek zouden komen in Manaus beland. Manaus is een enorme stad in het midden van de jungle, en omdat we niet zo van steden houden, waren we dadelijk doorgereden naar President Figuerido (een klein dorpje omgeven door grotten en watervallen) en brachten we daar nog enkele dagen door voor we onze ouders gingen ophalen in de luchthaven van Manaus. Op zes juli reden we vroeg in de morgen richting luchthaven, want daar gingen onze ouders rond 12 uur aankomen. Vol spanning wachten we hen op… Ellen had duidelijk iets meer zenuwen dan ik, want ze ging regelmatig kijken op het televisiescherm om te zien of ze al geland waren! Eindelijk was het dan zover, het scherm gaf aan dat hun vliegtuig aangekomen was. Wij hadden ondertussen al kennis gemaakt met onze gids die ons de volgende dagen zou begeleiden in de Amazone samen met onze ouders. Hij had een bordje vast met “Group Vreys”, en zelfs toen wij zeiden dat hij zijn bordje nu wel mocht laten zakken omdat wij de anderen van de groep wel kenden, bleef hij daar met “Group Vreys” boven zijn kop staan. Pas toen hij door had dat het onze ouders waren, lied hij zijn bordje zakken! Een half uurtje later zagen we onze ouders in de verte aan de bagageband staan, ook zij hadden ons al opgemerkt… Dus je kan je je al wel voorstellen hoe we daar naar elkaar stonden te wuiven! Even later stonden we dan oog in oog met hen en gaven we elkaar een dikke kus en een goeie knuffel… nu was het levensecht, onze ouders stonden voor onze neus in Brazilië… ongelooflijk!

De volgende drie uur hadden we veel tijd om bij te praten. Want we reisden onmiddellijk verder naar onze lodge in de Amazone! In het busje werd al veel gelachen met de dingen die onze ouders de dag voordien hadden meegemaakt in Salvador (bv; Over het moment dat ze vier biertjes vroegen en dan nadien merkten dat ze 4 halve liters besteld hadden zonder het te beseffen! Of over Peter (Ellen’s papa) die op z’n eentje de eerste dag in Salvador de straten al verkende alsof hij in België was!). De boottocht op de Amazone naar ons verblijf in de jungle was vooral voor hen adembenemend… de grote uitgestrekte rivier met haar prachtige natuur maakte al snel duidelijk dat onze ouders, maar ook wij natuurlijk, nog veel moois voor de boeg hadden…

Bij aankomst aan onze lodge (jaja, deze keer kunnen we eens een keertje lodge schrijven i.p.v. hostal) werden we al onmiddellijk in de watten gelegd met een welkoms drankje (woehoe!!!) en daarna legde de gids ons uit wat er de komende drie dagen op ons programma stond. Zelfs na de zware reis vanuit België zat deze dag er nog niet op, want diezelfde avond stond “kaaimannen spotten” op het programma! Maar eerst gingen we heerlijk genieten van de massa’s eten die we kregen voorgeschoteld. Verschillende malen gingen we langs het buffet, want na lange tijd was het voor ons nog eens een keer iets anders dan arépe, rijst, kip of vis! Met een goed gevulde maag stapten we ons bootje in om kaaimannen te gaan zoeken.

In het pikkedonker vaarden we over de rivier, op zoek naar kaaimannen. Peter en Marie-Josée (de ouders van Ellen) hadden geluk, zij zaten vooraan in het bootje en na een kwartiertje zagen ze een vrij grote kaaiman in de rivier langs de oever. Jammer genoeg had niet iedereen hem kunnen zien, dus vaarden we verder en ontdekten we een babykaaiman. Onze spoorzoeker viste het diertje uit het water en de gids vertelde over het beestje. Het zag er best wel schattig uit en we kregen de kans om het vast te pakken. Ons mama liet zien dat ze best wel lef had want als eerste nam ze de kaaiman vast en poseerde voor de camera alsof het niets was! De eerste dag in de Amazone was geslaagd: een adembenemende boottocht, lekker eten, een prachtige jungle-lodge en een portie kaaimannen rijker… om over de caipirina’s nog maar te zwijgen! Volgens onze papa en Peter limonade (al werden ze er toch snel behoorlijk plezierig van, haha)!

De volgende dag trokken we onze wandelschoenen aan en gingen we de jungle in. Onze gids gaf interessante uitleg over de soorten bomen, planten, dieren… die in de jungle leven. Het hoogtepunt van deze tocht was de tarantula. Jaja, je leest het goed… dat zijn die grote, harige spinnen! Onze spoorzoeker ging met een stokje in het spinnenhol om ze er zo uit te lokken. Na enkele minuten kwam de grote, harige spin te voorschijn! Brrr, op het eerste zicht best een beetje eng, maar wel maf om te zien! In de namiddag trokken we erop uit met een bootje en onze vislijnen. Piranha’s vangen was de boodschap. Al snel ontstond er een competitie tussen de vissers, want iedereen wilde natuurlijk de eerste en de meeste piranha’s vangen. Maar al snel werd duidelijk dat de ‘echte’ competitie tussen Ellen en mij ging. Uiteindelijk mag er gezegd worden dat Ellen de kampioen was in het piranha vissen. Ze ving de eerste en schreef zes stuks op haar naam, ik achtervolgde met vier stuks, Marie-Josée ving er eentje en ons mama had er één aan de lijn maar deze viel er net af voor het binnenhalen. Nadien werden de visjes voor ons klaargemaakt en mochten we onze eigen vangst nuttigen… lekker! Het was een zeer geslaagde namiddag waar veel gelachen werd… Vooral als onze pal weer maar eens fel met zijn stok in het water sloeg (dat moest je doen om de vissen te lokken) werden de lachspieren verschillende malen getest!

Verder bezochten we nog een indianen dorpje en zagen we tijdens onze boottochten op de rivier erg veel dieren en planten: apen, grote vlinders, een luiaard, tropische vogels, roze dolfijnen, orchideeën… Kortom een geslaagde 3-daagse in de Amazone!

Na de Amazone trokken we verder via Manaus naar Salvador (een stad aan de kust) en na een te korte nacht namen we daar de bus voor een 6 uur-durende rit richting Lençois, in het nationaal park Chapada de Diamantina. Lençois is een gezellig dorpje in de bergen en we verbleven in een poepchique hotel waar we de eerste dag genoten van het zwembad, de hangmatten en het lekkere eten. En niet te vergeten werden de papa’s uitgedaagd in verschillende partijtjes tafelvoetbal en pingpongwedstrijden (na de voorbije 2 weken is wel duidelijk dat ik de pingpong kampioen mag genoemd worden… als ge onze papa toch efkes niet meetelt).

In Lençois maakten we verschillende wandelingen door prachtige natuur, langs smalle paadjes, rotsen, grotten en verschillende soorten watervallen, af en toe vergezeld van kleine aapjes. Onze spieren werden getraind want het was geregeld berg op en berg af! Toen we een rivier moesten oversteken, lieten onze ouders zien dat ze zeker en vast geen watjes zijn en nog steeds echte avonturiers zijn. Schoenen uit en hup door de rivier, die soms dieper was dan verwacht! Het grootste spektakelstuk voor mij was zeker en vast de heel brede waterval waar je naar beneden kon glijden zoals op een schuif af. ’s Avonds nam onze gids ons mee naar een hoog plateau waar we van een prachtige zonsondergang konden genieten. Het uitzicht van op de berg over de Chapadas was adembenemend: bergen en plateaus die hoog uit het schijnbaar vlakke land torenden en de zon die het schouwspel af maakte! Tijdens de avonden was er ook nog tijd om te relaxen en te genieten van de overheerlijke caipirinia’s…

Na 1,5 week reizen hadden we al enkele heel mooie stukjes natuur en cultuur van Brazilië gezien, maar voor we het goed beseften, waren de laatste drie dagen samen met onze ouders al aangebroken. We namen de nachtbus naar Itacimirim (een dropje aan zee). Opnieuw was dit best een vermoeiende reis, maar dat hadden we er graag voor over toen we zagen waar we zouden vertoeven! Ons hotel met twee zwembaden, een restaurant met zeer lekker eten, een vrijetijdsruimte en uitzicht op zee was de ideale plek om nog 3 dagen samen met onze ouders te genieten. We vernamen dat deze week juist het wale-watch seizoen terug van start was gegaan en dat het zeker de moeite zou zijn om dit te doen. Dus trokken mama, papa, Ellen en ik er een dag op uit om op zoek te gaan naar het grootste zoogdier op aarde: de baleinwalvis!

We reden met een busje met naar de haven in het volgende dorpje, waar we eerst wat uitleg kregen over het wel en wee van de baleinwalvis. Daarna stapten we in een klein rubberbootje dat ons naar onze grote wale-watch-boot bracht. Al snel werd duidelijk dat de zee die dag niet van plan was om onze boot rustig te laten ronddobberen! De zee ging wild te keer, de boot vaarde in tegen de drie meter hoge golven! We gingen hoog op en neer en zwierden van links naar rechts. Maar het leek voor ons alle vier dat we niet anders gewend waren en genoten van deze wilde, ruige zee en probeerden natuurlijk een walvis te spotten. Ons geduld werd lang op de proef gesteld. Na twee uur varen leek het alsof dit niet onze geluksdag zou worden. Ook Barry (de man van de tourorganisatie) dacht dat het vandaag niet zou lukken. We stonden op het punt om terug landwaarts te keren, toen plots één van de biologen op de boot riep dat er een baleinwalvis in zicht was! Iedereen op de boot probeerde een glimp op te vangen van het dier. Je zag in de verte de walvis waterdamp naar boven spuiten, sensatie op en top! Maar daar bleef het niet bij, we vaarden dichterbij en konden nu de twee walvissen heel goed zien. Ze kwamen regelmatig boven zwemmen om daarna terug te duiken in het diepe zeewater, dan sloegen ze hun staart met een harde slag in het water!

Op een gegeven moment bleef de baleinwalvis zeker 15 minuten of langer zelfs, met zijn staart boven uit het water steken, dit was een zeer zeldzaam iets en hadden de kenners aan boord zelf ook nog maar zelden gezien! Het gedrag kon verschillende dingen betekenen, maar waarschijnlijk had het iets te maken met het opvangen van wind met hun staart om alzo af te koelen. Wat het ook mocht zijn, de walvis stal heel de tijd de show door zijn staart in alle mogelijke positie te tonen! Ja, het was duidelijk dat wij de geluksvogels van de dag waren! Daarna vaarden we terug naar land over de ruige zee en kwamen we kletsnat maar tevreden terug aan in ons hotelletje en praten we nog lang na over de fantastische dag die we achter de rug hadden!

De Brazilianen, de walvissen, de aapjes, de prachtige natuur, de luxehotels, het overheerlijke eten, en alle nieuwe fantastische indrukken en ervaringen maakte deze twee weken zowel voor ons, als voor onze ouders onvergetelijk! We willen onze mama’s en papa’s dan ook nog eens extra bedanken om ons helemaal in het verre en onbekende Brazilië op te komen zoeken!!! Het waren super leuke dagen, die dit maal met drie i.p.v. met één kodak zijn vastgelegd... dus ook weer heeeeel veeeel foto's om jullie allen mee te laten genieten!!!

Ciao!