De V.I.P. bussen, met airco en Steven Segal-films, die volgepropt worden met toeristen zijn vervangen door oude krakkemikkelige bussen, met roestige ventilators en volgepropt met ‘locals’. De schreeuwerige eigenaars van massagehuisjes en de lawaaierige venters op straat zijn vervangen door maximum drie moeilijk te vinden massagehuisje en rustige oude dametjes die hun koopwaar uitstallen. De opdringerige toergidsen en de veel te dure ‘touroperators’ zijn vervangen door enkele lokale gidsjes en ongeïnteresseerde eigenaars van hostels. De hordes toeristen die alles zoveel mogelijk proberen te waarderen (zelf ook schuldig hoor!), zijn vervangen door enkel toeristen die van het o zo vaak bewandelde pad afgedwaald zijn, op zoek naar avontuur, op zoek naar het “echte” Thailand. De broeierige hitte die je om de vijf minuten opnieuw doet snakken naar een douche (zelfs als je die om de vijf minuten daadwerkelijk neemt), is vervangen door een “aangename hitte” overdag en een welkome koelte (soms zelfs bijna koud te noemen als je je trui vergeten bent) ’s avonds.
Welkom in het noorden van Thailand!
Hoewel we al enorm genoten hadden van onze trip en al veel prachtige dingen gezien hadden en veel leuke dingen meegemaakt hadden, voelt het alsof we de afgelopen dagen pas datgene ontdekt hebben, waarvoor we naar hier gekomen zijn! Echte Thai, echte natuur, echt avontuur… en zoveel meer dat zo bangelijk “echt” voelt. Heerlijk! Eindelijk zijn we kunnen ontsnappen aan de toeristische massa en heel de georganiseerde hysterie er rond.
Vanuit Chiang Mai trokken we begin deze week naar Mae Sariang, enerzijds omdat onze ‘lonely planet’ het als een gezellig, rustig dorp met prachtige trekkings omschreef, anderzijds omdat een toffe Thaise man ons verteld had dat de ‘gouden lotus’ in bloei stond en dit een wonderbaarlijk zicht moest zijn!
De lonely planet had niet gelogen, er waren inderdaad enkele mogelijkheden voor korte of lange trekkings, maar deze waren toch nog redelijk duur en we waren niet helemaal overtuigd van de kwaliteit van de trek (gids die heel erg gebrekkig Engels sprak, programma dat verdacht veel leek op wat we eerder in Chiang Mai al gedaan hadden, en hoe authentiek is een dorpje van een bergvolk dat elke dag bezocht wordt door toeristen?, enzovoorts… ). Daarom besloten we de volgende dag gewoon een brommer te huren (3€ per dag!!!), en er zelf op uit te trekken om een nabijgelegen waterval en een bijzondere Buddhatempel te bezoeken, en wat rond te toeren in de met gouden lotusbloemen bezaaide bergen.
Toen we de dag nadien, na ons ontbijt een brommertje gingen zoeken om rond te toeren, kwamen we echter bedrogen uit. Al de zes brommertjes die in het dorp te huur zijn , waren reeds verhuurd… Tja, dat is de prijs die je betaald als je in een rustige niet toeristische omgeving wil verblijven. Hoewel dit in het begin best frustrerend was, hebben we er nadien goed mee kunnen lachen en de rest van de dag gewoon lekker geluierd. We besloten om de volgende dag door te reizen, om al wat dichter bij de grens van Laos te zijn, aangezien we daar de 26ste november willen zijn om deel te nemen aan de Gibbon Experience (uitleg volgt later wel of kijk alvast op www.gibbonx.org).
We waren op zoek gegaan naar een rustige plek, waar toch voldoende mogelijkheden tot avontuur waren. En zo belandden we de volgende dag in Soppong en klein dorpje, gelegen tussen Mae Hong Song en Pai in de feeërieke gebergten in Noord Thailand, vlakbij de grens met Myanmar (vroegere Birma). We waren via andere reizigers te weten gekomen dat de ‘Cave lodges’ een erg leuke slaapplaats vormde en een goede uitvalsbasis was voor kayaktrip, hikes en bezoeken aan de grotten. Toen we, na acht uur reizen doorheen een prachtige omgeving aankwamen in het dorp, bleek dat de lodge nog negen kilometer verderop gelegen was. De enige manier om daar te geraken was per “taxi-brommer”…
Wij dachten dat een taxi brommer zo’n grote crossbrommer was. Dus we waren ons al aan’t afvragen hoe we daarop zouden kunnen blijven zitten met een zware rugzak op onze schouders. Op zoek naar dit soort taxi kwamen we voorbij enkele mannen met van die kleine brommerkes (net geen miniscooters meer) en al gauw begrepen we dat dit dé taxibrommers waren! Toen ze gebaarden dat we onze rugzakken moesten afdoen, gehoorzaamden we onbegrijpend. Ze namen de grote rugzakken over, zetten deze tussen hun benen en deden teken dat we achterop mochten springen! Ongelooflijk! Kevin moest niet langer jaloers zijn op Katrien’s brommer avontuur in de jungle want deze belevenis kon daar best aan tippen! Over kleine weggetjes en doorheen prachtige natuur bereikten we na zo’n tien kilometer onze volgende slaapplaats; de “Cave lodge”.
We waren onmiddellijk gecharmeerd door de leuke bungalows in een prachtige natuurlijke setting. We voelden meteen; “O my Buddha, this is it! Hier willen we langer blijven dan één dag, dit lijkt wel het paradijs!!!”
Het vervolg van ons verblijf in Soppong en de bijhorende foto’s zijn voor morgen, nu is het tijd om een Thais feestje te bouwen!
Hey Katrien en Kevin,
BeantwoordenVerwijderenjullie verhalen zijn geweldig. Alleen al door ze te lezen neem je me mee naar een andere wereld. Ik heb wel de indruk dat dit jullie meer ligt dan het vorige verblijf. Geniet dan ook maar van het paradijs. Jullie hebben tijd genoeg, dus moeten jullie zeker niet te snel de neiging hebben om al verder te trekken. Je komt er maar 1 keer hé!
Groetjes Annemie
Tot de volgende
Joo,
BeantwoordenVerwijderenHeel leuk om regelmatig jullie verhalen terug te vinden op jullie blog!Het moet zalig zijn om eindelijk die horde toeristen achter jullie te laten :-)De gibbon experience ziet er ook echt bangelijk uit, dus de vooruitzichten zijn veel belovend! Maar eerst nog genieten van het paradijs waar jullie nu zijn é!!!
Dikke knuffel!
Ellenx
dülae pheuxn khxng chan
BeantwoordenVerwijderen(take care my friends)
K