zaterdag 20 februari 2010

Nog niet gedaan... al dat moois!!!

Na Fjordland dachten we dat wij al het moois van Nieuw Zeeland nu wel bijna gezien hadden… prachtige stranden, diepblauwe zeeën, groene heuvels vol schapen, indrukwekkende vergezichten, eeuwige sneeuw, enorme gletsjers, geurige wouden, hoge bergtoppen, statige fjorden, prachtige alpenweiden, helblauwe rivieren, imposante meren, speciale rotsformaties…. Wat kan een land nog meer te bieden hebben?!

We hadden echter verkeerd gedacht, qua natuurschoon hadden we inderdaad al heel veel gezien, en toch hebben we nog enkele wondermooie plekjes ontdekt. Van die plekjes waren we het meest onder de indruk van de grotten van Clifden. Op zich was dit een redelijk “normale” grot, zoals we al wel eerder grotten gezien hadden. Wat deze grot zo leuk maakte waren niet alleen de mooie kalksteenformaties, maar vooral het feit dat we gewoon op eigen houtje, zonder de gebruikelijke gids, onder de grond doken en daar en redelijk avontuurlijke tocht moesten afleggen om één uur en half later pas weer boven de grond uit te komen. Gelukkig waren we zo slim geweest om twee pillampen en extra batterijen mee te nemen en ons lekker warm aan te kleden… eens we ondergrond waren bleek dat mijn koplampje lang niet genoeg licht meer gaf! Een batterijen wissel bracht weer wat meer licht in het donker, en dat was nodig ook! De ingang vernauwde zich al snel en het duurde niet lang voor we op handen en knieën verder moesten. Kruipen, klimmen en onszelf van grote rotsen af laten zakken, was nog maar het begin! Op een bepaald moment kwamen we nl. uit bij een waterpoel waar we op het eerste zicht gewoon door moesten waden! We ontdekten een klein, zeer schuin richeltje dat links van het water waar we juist over konden. Op ongeveer 1,5 meter van de tunnel waar we in moesten ging het richeltje over in een erg scheve wand wat het allemaal nóg net iets moeilijker maakte! Maar we haalden de overkant met droge voeten en wat extra adrenaline dat door onze aderen stroomde. Gedurende onze tocht in de grot werden we begeleid door verschillende glimwormen. Een half uurtje na de waterpoel, verdwenen de glimwormen echter doordat het daglicht naar binnen priemde… We hadden heelhuids en met droge voeten de uitgang bereikt! Het was een spannend avontuur, ja, grotten verkennen gaan we zeker nog meer doen!!!

Ondanks de mooie kalksteenformaties en het avontuurlijke gevoel, was de grot toch niet het indrukwekkendst wat we afgelopen weer gezien hebben! Neen, deze keer waren het enkele fascinerende dieren die de grootste indruk op ons nalieten!

In Curio Bay, het zuidelijkste puntje van Nieuw Zeeland (Steward Island eventjes niet meegerekend), voerden drie pelsrobben op het strand hun act op! Ze renden (jawel, die beestjes kunnen zich enorm snel voortbewegen op hun flippers) achter elkaar over het strand, maakten buitelingen over elkaar heen en deden toen ook nog een showke in het water… die van’t Boudewijnpark konden er nog wat van leren!!! In dezelfde baai leven ook de Hector-dolfijnen. Deze dolfijnsoort zijn de kleinsten der dolfijnen en ook erg zeldzaam. We hebben er eentje (misschien twee?!) van ver zien zwemmen, hoewel het niet altijd duidelijk was of het dolfijnen waren of die speelse robben. Als je echt wil kan je met deze dieren gaan zwemmen. Dat lijkt wel maf, maar volgens ons niet zo goed voor die beestjes. Terwijl wij stonden te kijken, arriveerde er een grote bus vol toeristen. Ze sprongen met z’n allen opgewonden de bus uit om zo snel mogelijk hun wetsuits aan te trekken om daarna zo dicht mogelijk bij de dolfijnen te kunnen komen… Om eerlijk te zijn, zagen ze er nogal dom en opgefokt uit… op zo’n moment vinden we het altijd een beetje jammer dat we tot dezelfde ‘lompe’ soort behoren. We vragen ons dan af hoe het komt dat er zoveel mensen zijn die niet eerst eens goed nadenken voor ze handelen. Want hoe goed kan het zijn voor een bijna uitgestorven diersoort dat er een hoop mensen in hun natuurlijke habitat gaan plonsen?! We zijn dan maar snel verder gegaan, want Curio Bay had nog meer te bieden wat speciale diertjes betreft… want even verderop op het strand vonden we een ‘yellow eyed penguin colony”!!! Deze wezentjes maakten een diepe indruk op ons! De manier waarop ze uren aan een stuk statig bij hun nest staan, of hoe ze komen aangezwommen, zich op hun buik op het strand laten aanspoelen, dan rechtop springen en daarna, ‘op z’n pinguïns’, waggelend over het strand naar de bosjes lopen… prachtig!!!

De dagen die daarop volgde kregen we deze geel-oog-pinguïns nog enkele keren te zien en ontdekte we op verschillende plaatsen grote pelsrobben en zeeleeuwen kolonies. Nabij Shag Point konden we de robben van heel dichtbij zien; ééntje lag zelfs vlak naast het paadje te luieren! Als we iets te dichtbij kwamen trok hij eventjes één oog open, maar verder maakte hij er geen probleem van… gelukkig, want als deze dieren zich in het nauw gedreven voelen kunnen ze wel eens heel agressief reageren. Lang bleven we niet staan want we wilden ons niet te veel identificeren met “ de domme toerist die niet beter weet”, haha.

Het bleef echter niet bij pelsrobben, zeeleeuwen en geel-oog-pinguïns… Op Otago Peninsula zagen we koningsalbatrossen. Deze bijzondere vogels leggen per jaar meer dan 120.000km af, brengen meer dan 80% van hun leven door op of boven de zee en vliegen per jaar meerdere keren Antarctica rond. De spanwijdte van zo’n koningsalbatros is iets meer dan 3 meter, een groot beest dus!!! We stonden op een uitkijkpunt te kijken naar vogels en vroegen onszelf af; “zou dat er ééntje zijn? Of die daar?”. Maar de vogels zagen er wat te klein uit op Koningsalbatros genoemd te worden… we dachten eerder dat het groot uitgevallen meeuwen waren. Tot er plotseling een mega grote vogel vlak over onze hoofden wegvloog… ah die andere waren inderdaad meeuwen en dit monsterlijk groot vogeltje, dat was een koningsalbatros! Het verschil was vanaf toen wel duidelijk voor ons!!

Iets noordelijker ligt het stadje Omaru, dat bekend is voor zijn grote kolonie blauwe pinguïns. Deze pinguïns zijn veel kleiner dan de geel-oog-pinguïns en dus ook nog veel schattiger. Het observeren van deze pinguïns is wel iets moeilijker omdat ze pas ’s avonds laat, als het donker wordt/is uit het water komen (omdat ze het anders te warm hebben). Je kan een dure rondleiding nemen om deze dieren te zien, maar hierbij ga je in een grote groep naar de broedplaatsen van deze vogels, wat ons weer niet super leek. Daarom wachtten we op de parking van deze toeristische attractie aangezien we gehoord hadden dat er oog pinguïns langs daar waggelen om naar hun nesten te gaan. De blauwe pinguïn was ongetwijfels het schattigste diertje dat we te zien kregen in Nieuw Zeeland, maar de ervaring om deze mooie diertjes te zien viel nogal negatief uit… We waren natuurlijk niet de enige mensen daar, en ja onze domme soortgenoten waren er ook weer… in grote getalen jammer genoeg! In plaats van op veilig afstand (tja dan kan je idd geen mooie foto’s maken, jammer maar dan koop je nadien gewoon een postkaartje ofzo) deze fantastische diertjes te bewonderen ging een hoop mensen veel te dichtbij. En dat was nog lang niet het ergste… Deze dieren komen uit het water om zo snel mogelijk naar hun kleintjes in de broedplaatsen te gaan, niet om een showke op te voeren voor de mensen! Een hoop idioten had blijkbaar niet door dat het een slecht idee was om deze beestjes de pad af te snijden. Telkens wanneer de pinguins een opening hadden gevonden waarlangs ze konden doorgaan, blokkeerde hoop kijklustigen hun die doorgang, ondanks dat deze dieren dan verschrikt wegsprongen en doosbang op een hopje kropen!!! Daarenboven snapten vele mensen ook niet dat nachtdieren niet van de flas op het fototoestel houden!!! Er waren mensen bij die maar bleven flitsen! We kunnen ons wel voorstellen dat je dit misschien niet weet, maar overal hingen borden en vond je foldertjes met deze uitleg, bovendien kon je goed zien dat de diertjes echt bang hadden als je te dichtbij kwam. Het was echt walgelijk hoe de mens zich weer eens gedroeg, dus na enkele mensen erop gewezen te hebben dat ze beter niet hun flits gebruikten en dat ze beestjes best doorlieten omdat ze bang waren, maakten we dat we wegkwamen, want we werden hier niet bepaald vrolijk van!

Om in schoonheid af te sluiten, maakten we op weg naar Christchurch (van waaruit we naar Canada vliegen) nog een kleine omweg via Mount Cook. Deze hoogste berg in Nieuw Zeeland is zelden helemaal te zien omwille van de wolken die er rond hangen. Ons geluk in dit prachtige land was blijkbaar toch nog niet op want, hoewel het de dag ervoor nog hard regende en waaide) was het schitterend weer toen we de Hooker Vally tocht makten, die uitkwam bij een gletsjermeer met ijsschotsen en uitzicht op Mount Cook! Een mooie afsluiter en het leek wel een voorproefje op Canada, want de omgeving deed ons onmiddellijk denken aan Canada… niet dat we al weten hoe Canada er in’t echt uit gaat zien, maar dat duurt niet echt lang meer…

dinsdag 9 februari 2010

The sky of the car is red!

Op weg van The West Coast naar Queenstown brachten we een kort bezoekje aan ‘Puzzling World’ in Wanaka. Het korte bezoekje nam al gauw een hele dag in beslag want ‘Puzzling World’ was veel plezanter dan we op het eerste moment dachten! Aan het begin van ons bezoek werden we getroffen door enkele steengoede kunstwerken van allerhande illusionisten. Even later lachten we ons een breuk in de “Illusion Rooms” (= kamers die zo ingericht zijn dat ze met je zintuigen op de loop gaan). Op het ene moment voel je dat je super scheef staat en toch ziet het eruit alsof je volledig recht staat, dan weer lijkt het alsof je op vijf meter veranderd van een dwerg in een reus, en nog later heb je het gevoel dat bewegingloze gipsen gezichten je blijven aanstaren wanneer je voorbij wandelt (= Mona Lisa Style, maar dan beter). Naast al de fascinerende illusies waaraan je blootgesteld wordt in ‘Puzzling World’, beschikken ze hier ook over een enorme hoeveelheid 4D puzzels, die je zelf allemaal kan uittesten. We lieten het kind in ons naar boven komen en speelden een lange tijd met verschillende blokjes en plankjes. Voor hun grote doolhof vonden wij het echter al gauw veel te heet. We waren nog maar tien minuten in het doolhof gestapt, toen we beslisten dat het hoog tijd was voor een drankje, en we via de nooduitgang-poortjes wegslopen richting café!

Hoewel relaxen en uitrusten echt even nodig waren, na dagenlang rondrijden van het ene bijzondere plekje naar het andere, hadden we weer niet echt een zittend gat... En na een dagje niksen aan de rand van een prachtig meer, was het terug tijd voor wat actie. Queenstown staat bekend om zijn avontuurlijke activiteiten zoals; bungee jumpen, skydiven, raften, jetboaten, sledgen, canyon swing, helikopter ritjes en sportvliegtuigjes die je op een scenic-tour nemen naar de Milford sounds. “Avontuurlijk” betekend hier echter ook “serieus duur” en dus moesten we een keuze maken. We hadden eerder al een paar keer gehoord dat het Raften in Queenstown het beste van heel Nieuw Zeeland was, dus dat klonk wel erg aanlokkelijk. Het was echter al een hele tijd super droog en warm weer geweest, dus dachten wij dat de rivier niet echt wild zou zijn. Op de toeristische dienst en in het bureau van ‘Queenstown rafting’, vertelden ze ons echter, dat er twee verschillende rivieren waren en dat er in de ‘Shotover river’ nog steeds ‘rapids’ (= stroomversnellingen) waren van graad 4 en 5 (‘rapids’ worden genummerd van 1 t.e.m. 6, waarbij 1 een kleine versnelling is en zes gelijk staat aan een versnelling die best alleen door echte profs genomen wordt). Toen we dat hoorden was onze beslissing gauw genomen, graad vier tot vijf rapids…. Dat werd een uitdaging en een zware tocht! Boeken dus, die handel!!! We kozen voor een combo, waarbij we voor het raften eerst een tochtje in een jet boat zouden nemen. Deze jet boat-ervaring werd omschreven als ‘a spectacular thrill’, en we hadden al enkele andere mensen gesproken die het super leuk en avontuurlijk vonden… we maakten ons dus klaar om een stevige portie adrenaline te verwerken! Misschien zijn we ondertussen al meer gewend dan sommige anderen hier, maar dat jetboaten duurde amper een klein half uur en was lang niet zo spannend als iedereen liet uitschijnen. Oké, af en toe stuurde de piloot zijn jetboat wel erg dicht via een rots, maar daar bleef het dan ook bij. We waren dus wel een beetje teleurgesteld, maar we vergaten het algauw want het raften kwam eraan en een woeste rivier zat op ons te wachten…! Toen we op de bus stapten met de andere rafters melden de gidsen ons dat de rivier iets kalmer was dan normaal aangezien het erg weinig geregend had de laatste tijd. Toen al hadden we in de gaten dat er iets niet klopte aan heel dat wilde raft-plaatje. Na een tiental minuten zagen we de rivier vanuit de bus, onder ons in het ravijn opdoemen… “Lijkt dat nu maar zo”, zeiden we tegen elkaar, “of ziet die rivier er echt heel kalmpjes uit?”. En ja hoor, toen we een half uur later aan de afvaart begonnen, leek het wel of we een kanotochtje op de Kleine Nete geboekt hadden (oké da’s lichtjes overdreven, maar toch) . Hoewel onze gids vertelde dat de rivier even verderop wel wat wilder zou worden, was onze hoop op een spannende tocht al lang vervlogen. We genoten dan maar van het uitzicht, deden een babbeltje met enkele andere rafters (toeristen die het blijkbaar allemaal nog wel spannend vonden. Vele onder hen hadden dan ook nog nooit eerder geraft.), maakten mopjes met de gidsen en probeerden hier en daar een gids in het water te duwen (wat meestal eindigde met zelf kletsnat te zijn terwijl zij je rustig zaten toe te lachen. Het zonnetje scheen gelukkig volle bak, waardoor het toch nog een leuke (zij het erg dure) dagactiviteit werd, jammer genoeg zonder de gewenste portie adrenaline.

Na voorgaande, dure activiteiten gingen we op zoek naar een iets goedkopere bezigheid. Van wandelen hadden we even onze buik vol en Kevin wilde graag nog een keer gaan golfen. Jammer genoeg was het golfen in Queenstown ook niet bepaald goedkoop te noemen, maar toen stuitten we op een sport waar we nog nooit eerder van gehoord hadden en die bovendien gratis kon beoefend worden in de “Queenstown Gardens”, nl.… Frisbee Golf. Het doel van het spel is om in zo weinig mogelijk worpen, jou frisbee in een ijzeren doel te gooien. De regels zijn vergelijkbaar met de regels van het golfen, dus op die manier een namiddag gevuld met actie en wandelen! In de “Queenstown Gardens” staan 18 van deze ijzeren doelpalen verspreid doorheen het park. Op die manier brachten we op een leuke, actieve manier toch een hele namiddag door in het grote, mooie park. Het is zo eens iets anders dan joggen of badminton!

Vanuit Queenstown vertrekken dagelijks honderden toeristen op georganiseerde bustours en vluchten naar Milford Sound. De Sounds zijn nabijgelegen fjorden in Fjordland NP, het grootste NP van Nieuw Zeeland… Milford Sound is veruit de bekendste en populairste fjord. Omdat wij absoluut niet bij in zo’n bus wilden zitten, en we daar trouwens ook lang niet genoeg centjes voor hadden, sprongen we weer in onze van en cruiseden we naar de fjorden. Dagelijks nemen die honderden toeristen van Queenstown + nog eens enkele andere honderden toeristen die op eigen houtje naar Milford komen een boot die je meeneemt op een tochtje door de beroemdste fjord nl. Milford Sounds. Een goede reden om dat juist niet te doen, vonden wij zo! In ruil daarvoor probeerden wij al wandelend zoveel mogelijk van Fjordland NP te verkennen. En daar kregen we geen spijt van; De statige bergen die uit het water oprijzen, de alpenweiden met spiegelde poelen en lage begroeiing, het smeltende ijs op de bergkam, de prachtige vergezichten van bovenop een bergtop, en andere natuurwondertjes maakten de vele uren wandelen tot een groot plezier!!! Oordeel zelf maar aan de hand van de foto’s!

Het enige nadeel aan Fjordland was dat je om al dit moois te bezichtigen, ook bestand moet zijn tegen miljoenen zandvliegjes en muggen!!! Op een avond ontmoetten we een grappige Duitser op een camping, die een prachtig soort van Engels beheerste (eigenlijk kon hij gewoon amper Engels spreken, maar hij deed geweldig zijn best en praatte honderd uit). Van possums en campervans ging het gesprek over op de vervelende vliegjes en muggen waar je gewoon niet buiten kan in Fjordland en aan de west kust. Toen het ging over de vele insecten die ’s avonds mee je auto invliegen zei hij hoofdschuddend: “Yes, the sky of the car is red!”. Hij bedoelde natuurlijk: “ The roof of de car is red” (van al de geplette muggen). Hij maakte de ene na de andere grappige uitspraak en wij hadden echt moeite om niet in lachen uit te barsten. Zo zei hij op een bepaald moment ook: “I have not the ass in the clothes to go to Canada alone”! Waarschijnlijk was dit een vrije vertaling van een Duitse uitdrukking, waarmee hij bedoelde dat hij het lef niet had. Dus een goede tip voor wanneer je jou gezelschap nog eens aan het lachen wil maken; vertaal enkele uitdrukkingen letterlijk en je hebt gegarandeerd prijs! En hij had gelijk hoor, de sky van onze van is ook al enorm red!

woensdag 3 februari 2010

Reizen is zooo vermoeiend!!!

Iedereen die beweerd dat reizen, relaxen is en hele luie lange dagen niksen, heeft het mis! Reizen is vaak hard werken en erg uitputtend! Je staat vaak vroeg op om zoveel mogelijk uit je dag te halen en als je niet vroeg opstaat word je toch om ten laatste half negen wakker van het zonnetje dat je slaapplaats omtovert tot een ongewenste sauna. Echt lekker lang uitslapen is er dus al niet bij. Eens je wakker bent, is de eerste vermoeiende activiteit; uit je slaapzak geraken en in je kleren zonder recht te kunnen staan (je kan amper rechtop zitten zonder je hoofd te stoten) en zonder je armen boven je hoofd te kunnen houden (altijd handig voor een trui of t-shirt aan te krijgen). Eens het je gelukt is om je aan te kleden, kan je beginnen om je eetplaats naar buiten te sleuren en je keuken te herschikken (want die was gisterenavond nog je salontafel).

Voor je de tafel dekt voor het ontbijt moet je eerst nog even enkele toiletartikelen samen zoeken in de ruimte onder je bed. Dat verreist natuurlijk dat je eerst de slaapzakken, kussen en dekentjes zo compact mogelijk moet opvouwen en in een hoekje van je slaapkamer moet leggen. Want je hebt ’s morgens niet alleen je tandenborstel en kam enzo nodig uit een bak onder je bed. Nee nee, doorheen de dag moet je nog minstens tien keer langs verschillende kanten je bed opbreken om ’t een of ’t ander van voedsel, kledij, schoeisel, leesmaterie,… uit de bakken eronder op te diepen. Wanneer je je tanden gepoetst hebt en het ochtendwasje achter de rug is, moet je de badkamer terug tot een keuken omtoveren voor het ontbijt. Na het eten volgt de afwas en dat is niet zomaar snel de kraan opendraaien en afwassen… neen, neen; eerst en vooral moet je water koken (toch wanneer je niet vergeten bent om je bidons de vorige dag te vullen aan het benzinestation) en je keuken herschikken om voldoende plaats te hebben voor de afwas. Terwijl je afwast moet je truckjes uitvoeren, zodat het water dat van het afgewassen goed druipt, niet in je bed stroomt. Na afgedroogd te hebben moet alles terug op de juiste plaats, anders past het niet in de ‘keukenkast’. Daarna moet je de eetkamer weer opbreken en de zetels ontruimen zodat er bij het autorijden niets in je nek of aan je voeten valt. Dit ritueel voer je drie keer per dag uit.

Pas dan kan je beginnen aan je vermoeiende dagactiviteiten; uren wandelen of rijden, waarbij je steeds ogen tekort komt! En anders internet faciliteiten zoeken, of je route uitstippelen of op zoek gaan naar nieuw water, naft, eten…

Wanneer je naar de winkel geweest bent kan je ook niet snel alles in je ijskast gooien. Neen, je moet eerst de frigobox volledig leegmaken, het oude ijs dat ondertussen water geworden is eruit laten, de box eventjes uitkuisen (anders krijg je na één week een geweldige stinkboel), en dan de hele boel terug inladen. Niet te vergeten; blikjes en flesjes drinken (die je gedurende de dag het meeste nodig hebt) moeten onderaan in de frigo, omdat zij het best tegen smeltwater kunnen. Dit ritueel voer je niet om de week uit, maar om de twee dagen, aangezien je verplicht bent om minstens om de twee dagen te gaan winkelen. Jaja, om de twee dagen want langer blijven die verse etenswaren niet echt lekker… en blikvoer is uit den boze (niet omdat het zó lekker is hoor)!

Voor diegene die nog niet overtuigd zijn over het feit dat reizen erg vermoeiend is, zullen we nog heel even beschrijven hoe een doorsnee avond eruit ziet; Na een vermoeiende dagtaak moet je eerst op zoek naar een geschikte plek om je kamp op te slaan voor de nacht (gelukkig zijn die in Nieuw Zeeland nogal makkelijk te vinden, maar vaak neemt dit toch nog een uur of langer in beslag. Meestal heb je gedurende de dag wel ergens een zandweggetje genomen (als je de echt mooie plekjes wil zien toch…), want op het vlak van wegennetwerken verschilt NZ ook nogal veel van België… hier zijn gelukkig veel minder verharde wegen naar overal en nergens dan in ons kleine landje. En een zandweg betekend sowieso dat je na het parkeren eerst best je keuken en slaapkamer afstoft, want onze wagen is alles behalve stofdicht! Daarna stort je je op het avondeten (vergelijkbaar met het ontbijt ritueel alleen nog vermoeiender aangezien het net iets uitgebreider is). Tegen dat je dat weer allemaal gedaan hebt is het meestal donker en is het tijd om je bed op te maken voor de welkome nachtrust!

En stel je nu eens voor dat het regent, hard waait, super warm is, of er honderden steekvliegjes en muggen rondom jou leven, die uit zijn op zoet Belgisch bloed… geloof ons, dan worden alles wat hierboven beschreven staat nog veel vermoeiender!

Gelukkig is reizen niet alleen vermoeiend, en betekend het ook vrijheid; vrijheid om te doen en laten wat je maar wil. Vrijheid die ervoor zorgt dat je wanneer je maar wil je campervan voor enkele dagen bijvoorbeeld aan de rand van een meer kan zetten. Een meer omringd door groene heuvels, en op de achtergrond vogeltjes die fluiten en af en toe een blatend schaap. Een meer waarop je kan vissen, waarin je kan zwemmen of waarnaar je gewoon uren kan zitten staren, want je moet vandaag toch niks anders doen dan in je kleren geraken; je eetkamer buiten zetten en weer binnen, koken en bedenken dat je de afwas morgen wel zal doen, wanneer je echt geen enkele proper bestekje meer over hebt! Reizen is dus lang niet alleen vermoeiend, maar ook heel relaxend en vooral PLEZANT!!!

Dus neen hoor, we komen niet vroeger terug naar huis! We zijn het reizen nog lang niet beu!!! En morgen is ’t gedaan met relaxen en tijd om nog wat van het wondermooie Nieuw Zeeland te zien… Ja, het worden weer vermoeiende, maar zalige dagen!

dinsdag 2 februari 2010

The West Coast

Het is nog maar 8 uur ’s morgens en we hebben al twee keer ontbeten, 35 minuten gereden, 1.30u gewandeld, een kwartier contact gehad met het thuisland en enkele tientallen minuten genoten van de zonsopgang bij het Matheson meer! “Lake Matheson” is gelegen aan de West kust van het Zuidereiland, en is bekend om zijn weerspiegelingen van de Zuidelijke Alpen. In de Alpen liggen verschillende bergen, waarvan de hoogste toppen met eeuwige sneeuw bedekt zijn. De imposante witte bergtoppen vormen een groot contrast met het warme zomerse klimaat en zijn een fraai gezicht! ’s Morgens, bij zonsopgang, wanneer de bergen nog niet in de wolken gehuld zijn, is het uitzicht het mooist. Wanneer je dit dan nog eens kan verdubbelen (door het spiegelbeeld in het Matheson meer) is de ervaring helemaal compleet!!! We stonden vanmorgen dan ook heeeel (veeel te) vroeg op, om in het donker naar het beste uitkijkpunt te wandelen en daar te genieten van het prachtige schouwspel, bij het opkomen van de zon.

Naast enkele hoge bergen zoals Mount Cook (die met zijn 3764m de hoogste berg van Nieuw Zeeland is) en Mount Tasman, hebben de Zuidelijke Alpen ook een aantal spectaculaire gletsjers, waarvan de Tasman-gletsjer de grootste is. Voor de skiërs onder ons, hebben we nog een leuk weetje; op het uitgestrekte sneeuwveld van de Tasman-gletsjer kan je namelijk een twaalf kilometer lange ski-afdaling maken!!! Hoewel we nog niet bij deze Tasman-gletsjer geweest zijn (ligt aan de andere kant van de bergen hier), zal dit ski-pleziertje toch ook niet voor ons weggelegd zijn, aangezien je enkel boven kan geraken per helikopter en het woord helikopter en alles wat daarbij hoort niet bepaald in ons financieel plan zit! Net zoals een gletsjerwandeling tussen metershoge ijsschotsen en in kristallen ijsgrotten ook veel te duur is voor ons! Aangezien we de vorige dagen wel in gletsjerland vertoefden, hebben we de dure ijswandelingen vervangen door enkele gratis wandelingen. Eén daarvan bracht ons tot de ‘mond’ van de Fox-gletsjer en tijdens een andere dagtocht trokken we hoog de bergen in voor enkele spectaculaire uitzichten op de Franz-Jozef-gletsjer. Dit leverde ons een reeks prachtige foto’s en zere kuiten op (5 uur stijl naar boven wandelen en klimmen is niet niks)! Jammer genoeg bereikten we net te laat het hoogste uitkijkpunt… op zo’n half uur van de top zagen we plots enkel wolken opkomen. Tegen dat we boven kwamen zaten we gevangen in een grote wolk, die ons het uitzicht op de besneeuwde toppen van de Alpen ontnam. Eigenlijk mochten we nog van geluk spreken, want door het onvoorspelbare weer aan de West kust, is de bergketen langs de kant van de oceaan meestal gehuld in een dikke wolkenlaag en daardoor regent het hier normaal ook veel (waar wij gelukkig nog niks van gemerkt hebben). Deze overvloedige regenval (en dus boven in de bergen sneeuw; wel +/-30m per jaar) zorgt er tevens voor dat de Fox- en Franz-Jozef-gletsjers, in tegenstelling tot de meeste andere gletsjers ter wereld, de laatste jaren terug sterk aangroeien en bijna tot op zeeniveau rijken!

We kwamen bij de West Kust aan op zondag in het (op dat moment) verlaten stadje Greymouth. Dit kleine stadje is, zoals de meeste stadjes aan de West kust, ontstaan in de jaren 1860 tijdens de gold rush (goudkoorts?). Toen duizenden goudzoekers uitzwermden naar deze kant van het land om hun geluk te beproeven. Totaal onverwachts stootten we op een plekje met een goeie internetverbinding (want onbeveiligde draadloze netwerken zijn in NZ haast onbestaand). Daar parkeerde we onze auto dan ook en brachten we de hele zondag door met skypen naar het thuisfront, het downloaden van films en muziek, mailen en chatten. We zagen zelfs het nieuws op “één” life (waarvoor dank aan Dimi, Els en Zina)!!! Om drie uur ‘s nachts was het welletjes (hoewel we niet de enige waren met onze pyjama al/nog aan; waarvoor dank aan Ellen)!

De volgende dag bezochten we de “pancake rocks”; deze rotsen ontstonden zo’n 30 miljoen jaar geleden uit deeltjes van schelpen en beenderen. De unieke vorm van deze kliffen, vormen voor wetenschappers nog steeds een onopgelost mysterie. Gelukkig vorm dit mysterie voor ons geen enkel probleem om de zogenaamde pannenkoekrotsen van dichtbij te bekijken. Niet alleen de rotsformaties zijn heel speciaal, maar de holtes ertussenin, waarin de zee woest tekeer gaat en zijn golfen tegen de stenen laat aanbeuken, laten ons nog maar eens merken wie uiteindelijk de baas is over onze wereld; … de natuur wordt niet voor niets “moeder” genoemd.

Via een spectaculaire kustweg, waarbij we langs de ene kant zicht hebben op een wilde, ruige kust met grote rosten en steile kliffen en lang de andere kant ingesloten worden door een inheems regenwoud bereiken we ‘Cape Foulwind’. Daar woont een grote Kekeno zeehondenkolonie die we wel niet van zo dichtbij konden zien als de vorige zeehonden in Golden Bay, maar wat deze dieren zo bijzonder maakte voor ons was dat ze met zoveel waren en dat ze kleintjes hadden!!! We kwamen te weten dat je volwassen vrouwtjes en mannetjes Kekeno zeehonden eigenlijk makkelijk uiteen kan houden; de vrouwelijke dieren zijn nl veel kleiner dan de mannelijke. Zij worden maximum 1.50m (+/- 90 kg) en hun venten kunnen wel 2.50m worden (+/- 200kg)! Natuurlijk kan je die lengte van op grote afstand niet super goed inschatten, maar die mannetjes hebben ook een veel dikkere nek en dat verschil zie je wel duidelijk (ja, deze dieren verschillen niet zoveel van de mens als je op het eerste zich zou denken!). En toch heeft moeder natuur hier de mannelijke soort weer bevoordeeld; zij krijgen namelijk zo’n acht tot tien jaar voor ze ‘volwassen’ zijn en hun territorium moeten afbakenen. En de vrouwtjes zijn amper vier tot vijf jaar oud wanneer ze volwassen moeten zijn en hun eerste kleintjes baren (ook hier vind je weer een grote gelijkenis met de mens terug, want meisjes staan nu eenmaal enkele jaren voor op hun mannelijke soortgenoten). Eigenlijk heeft de Kekeno buiten de mens en de hond geen echte vijanden. Soms word er wel eens eentje opgegeten door een haai of een orka, of stikt een zeehond in een kwal die hij per ongeluk inslikt, maar veel meer zeehonden sterven door zeehondenjagers, grote vissersnetten, afval dat hij inslikt of een groeiende zeehond kan beklemmen eens het rond het dier vast komt te zitten. Tja, weer werden we met onze neus op de feiten gedrukt; de mens is en blijft een grote boosdoener voor de natuur…

“Haast” is het laatste dorpje dat deel uit maakt van de West)kust regio. En dankzij de enorm irritante zandvliegjes hebben wij ons letterlijk en figuurlijk zeer haastig door de “Haast-pass” gerept om weg te geraken van de zandvliegjes. We waren van plan om na ons zeer vroeg bezoek aan het reflectiemeer ‘Matheson’, een siesta te houden aan één van de meren ten zuiden van de Fox-glacier. Volledig uitgeput kropen we daar in onze van. Aangezien het bijna middag was, en dus al serieus warm, konden we niet anders dan met ramen en deuren open slapen. Hoewel… slapen…?! Ramen en deuren open betekend net zoveel als “ kom maar lekker binnen zandvliegjes!!!”, en dat is dan weer gelijk aan “vergeet dat slapen maar”! Want die kleine beestjes weten van geen ophouden. Diep in je slaapzak kruipen is geen optie als de zon kei hard schijnt! En een beetje muggenrepelend schrikt die minivampiertjes niet af… integendeel… die middag spoten we de auto zo vol insectenspray, dat we onszelf bijna vergiftigden. Maar die kleine wezentjes vonden dat allemaal niet erg… ze bleven ons gewoon treiteren. We deden geen oog dus geen oog dicht en na een frisse duik in het meer, besloten we gewoon door te rijden, weg van die vliegende plaag!!! In de “Haast-pass” was het iets koeler en dus konden we die avond vroeg ons bedje in, met de ramen en deuren goed dicht. De volgende ochtend zaten die beestjes er nog en was het dus tijd voor ontbijt achter het stuur en uitstapjes in lange broek. Gelukkig blijven die vliegjes wel op afstand zolang je zelf in beweging blijft en zo genoten we toch nog van de overweldigende pracht van de Haast-pass… weer zo anders dan de rest van Nieuw Zeeland!