Naast enkele hoge bergen zoals Mount Cook (die met zijn 3764m de hoogste berg van Nieuw Zeeland is) en Mount Tasman, hebben de Zuidelijke Alpen ook een aantal spectaculaire gletsjers, waarvan de Tasman-gletsjer de grootste is. Voor de skiërs onder ons, hebben we nog een leuk weetje; op het uitgestrekte sneeuwveld van de Tasman-gletsjer kan je namelijk een twaalf kilometer lange ski-afdaling maken!!! Hoewel we nog niet bij deze Tasman-gletsjer geweest zijn (ligt aan de andere kant van de bergen hier), zal dit ski-pleziertje toch ook niet voor ons weggelegd zijn, aangezien je enkel boven kan geraken per helikopter en het woord helikopter en alles wat daarbij hoort niet bepaald in ons financieel plan zit! Net zoals een gletsjerwandeling tussen metershoge ijsschotsen en in kristallen ijsgrotten ook veel te duur is voor ons! Aangezien we de vorige dagen wel in gletsjerland vertoefden, hebben we de dure ijswandelingen vervangen door enkele gratis wandelingen. Eén daarvan bracht ons tot de ‘mond’ van de Fox-gletsjer en tijdens een andere dagtocht trokken we hoog de bergen in voor enkele spectaculaire uitzichten op de Franz-Jozef-gletsjer. Dit leverde ons een reeks prachtige foto’s en zere kuiten op (5 uur stijl naar boven wandelen en klimmen is niet niks)! Jammer genoeg bereikten we net te laat het hoogste uitkijkpunt… op zo’n half uur van de top zagen we plots enkel wolken opkomen. Tegen dat we boven kwamen zaten we gevangen in een grote wolk, die ons het uitzicht op de besneeuwde toppen van de Alpen ontnam. Eigenlijk mochten we nog van geluk spreken, want door het onvoorspelbare weer aan de West kust, is de bergketen langs de kant van de oceaan meestal gehuld in een dikke wolkenlaag en daardoor regent het hier normaal ook veel (waar wij gelukkig nog niks van gemerkt hebben). Deze overvloedige regenval (en dus boven in de bergen sneeuw; wel +/-30m per jaar) zorgt er tevens voor dat de Fox- en Franz-Jozef-gletsjers, in tegenstelling tot de meeste andere gletsjers ter wereld, de laatste jaren terug sterk aangroeien en bijna tot op zeeniveau rijken!
We kwamen bij de West Kust aan op zondag in het (op dat moment) verlaten stadje Greymouth. Dit kleine stadje is, zoals de meeste stadjes aan de West kust, ontstaan in de jaren 1860 tijdens de gold rush (goudkoorts?). Toen duizenden goudzoekers uitzwermden naar deze kant van het land om hun geluk te beproeven. Totaal onverwachts stootten we op een plekje met een goeie internetverbinding (want onbeveiligde draadloze netwerken zijn in NZ haast onbestaand). Daar parkeerde we onze auto dan ook en brachten we de hele zondag door met skypen naar het thuisfront, het downloaden van films en muziek, mailen en chatten. We zagen zelfs het nieuws op “één” life (waarvoor dank aan Dimi, Els en Zina)!!! Om drie uur ‘s nachts was het welletjes (hoewel we niet de enige waren met onze pyjama al/nog aan; waarvoor dank aan Ellen)!
De volgende dag bezochten we de “pancake rocks”; deze rotsen ontstonden zo’n 30 miljoen jaar geleden uit deeltjes van schelpen en beenderen. De unieke vorm van deze kliffen, vormen voor wetenschappers nog steeds een onopgelost mysterie. Gelukkig vorm dit mysterie voor ons geen enkel probleem om de zogenaamde pannenkoekrotsen van dichtbij te bekijken. Niet alleen de rotsformaties zijn heel speciaal, maar de holtes ertussenin, waarin de zee woest tekeer gaat en zijn golfen tegen de stenen laat aanbeuken, laten ons nog maar eens merken wie uiteindelijk de baas is over onze wereld; … de natuur wordt niet voor niets “moeder” genoemd.
Via een spectaculaire kustweg, waarbij we langs de ene kant zicht hebben op een wilde, ruige kust met grote rosten en steile kliffen en lang de andere kant ingesloten worden door een inheems regenwoud bereiken we ‘Cape Foulwind’. Daar woont een grote Kekeno zeehondenkolonie die we wel niet van zo dichtbij konden zien als de vorige zeehonden in Golden Bay, maar wat deze dieren zo bijzonder maakte voor ons was dat ze met zoveel waren en dat ze kleintjes hadden!!! We kwamen te weten dat je volwassen vrouwtjes en mannetjes Kekeno zeehonden eigenlijk makkelijk uiteen kan houden; de vrouwelijke dieren zijn nl veel kleiner dan de mannelijke. Zij worden maximum 1.50m (+/- 90 kg) en hun venten kunnen wel 2.50m worden (+/- 200kg)! Natuurlijk kan je die lengte van op grote afstand niet super goed inschatten, maar die mannetjes hebben ook een veel dikkere nek en dat verschil zie je wel duidelijk (ja, deze dieren verschillen niet zoveel van de mens als je op het eerste zich zou denken!). En toch heeft moeder natuur hier de mannelijke soort weer bevoordeeld; zij krijgen namelijk zo’n acht tot tien jaar voor ze ‘volwassen’ zijn en hun territorium moeten afbakenen. En de vrouwtjes zijn amper vier tot vijf jaar oud wanneer ze volwassen moeten zijn en hun eerste kleintjes baren (ook hier vind je weer een grote gelijkenis met de mens terug, want meisjes staan nu eenmaal enkele jaren voor op hun mannelijke soortgenoten). Eigenlijk heeft de Kekeno buiten de mens en de hond geen echte vijanden. Soms word er wel eens eentje opgegeten door een haai of een orka, of stikt een zeehond in een kwal die hij per ongeluk inslikt, maar veel meer zeehonden sterven door zeehondenjagers, grote vissersnetten, afval dat hij inslikt of een groeiende zeehond kan beklemmen eens het rond het dier vast komt te zitten. Tja, weer werden we met onze neus op de feiten gedrukt; de mens is en blijft een grote boosdoener voor de natuur…
“Haast” is het laatste dorpje dat deel uit maakt van de West)kust regio. En dankzij de enorm irritante zandvliegjes hebben wij ons letterlijk en figuurlijk zeer haastig door de “Haast-pass” gerept om weg te geraken van de zandvliegjes. We waren van plan om na ons zeer vroeg bezoek aan het reflectiemeer ‘Matheson’, een siesta te houden aan één van de meren ten zuiden van de Fox-glacier. Volledig uitgeput kropen we daar in onze van. Aangezien het bijna middag was, en dus al serieus warm, konden we niet anders dan met ramen en deuren open slapen. Hoewel… slapen…?! Ramen en deuren open betekend net zoveel als “ kom maar lekker binnen zandvliegjes!!!”, en dat is dan weer gelijk aan “vergeet dat slapen maar”! Want die kleine beestjes weten van geen ophouden. Diep in je slaapzak kruipen is geen optie als de zon kei hard schijnt! En een beetje muggenrepelend schrikt die minivampiertjes niet af… integendeel… die middag spoten we de auto zo vol insectenspray, dat we onszelf bijna vergiftigden. Maar die kleine wezentjes vonden dat allemaal niet erg… ze bleven ons gewoon treiteren. We deden geen oog dus geen oog dicht en na een frisse duik in het meer, besloten we gewoon door te rijden, weg van die vliegende plaag!!! In de “Haast-pass” was het iets koeler en dus konden we die avond vroeg ons bedje in, met de ramen en deuren goed dicht. De volgende ochtend zaten die beestjes er nog en was het dus tijd voor ontbijt achter het stuur en uitstapjes in lange broek. Gelukkig blijven die vliegjes wel op afstand zolang je zelf in beweging blijft en zo genoten we toch nog van de overweldigende pracht van de Haast-pass… weer zo anders dan de rest van Nieuw Zeeland!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten