woensdag 26 mei 2010

La Guajira, een woestijn in het meest noordelijke puntje van Zuid-Amerika!

Na onze 6-daagse trektocht hebben we met z’n alleen mooi afgesloten in Taganga (5 minuten met taxi vanuit Santa Marta). Het werd een groot feest tot in de vroege uurtjes! De volgende dag was het tijd om uit te zoeken hoe we verder wilden reizen. We kwamen al snel tot te beslissing dat we nog noordelijker wilden gaan, naar de streek La Guayra. Daar zouden flamingo's, zoutmijnen en woestijn te bewonderen zijn! Bovendien is het bovenste topje van de provincie La Guajira het meest Noordelijke punt van Colombia én van heel Zuid-Amerika! Dat klonk ons goed in de oren, dus pakten we onze rugzak en vertrokken we! We hadden wel een klein beetje een idee waar we naartoe zouden reizen, maar waar we juist terecht zouden komen was toch nog een groot vraagteken! Spannend dus!

We kwamen aan in het eerste stadje van La Guajira, nl Rioacha. Euhm, om eerlijk te zijn, was daar niet veel te zien. Wel was het heel duidelijk dat we nu uit de 'toeristische' oorden waren en in het échte Colombia terecht waren gekomen! We hebben eens naar elkaar gekeken en gezegd: ‘”Dit is echt maf, hiervoor zijn we op reis!”.

De volgende dag wilde we dadelijk door reizen naar Cabo De La Vela (de woestijn van Colombia), maar nu bleek dat het net een feestdag was en er geen busjes richting Cabo reden. Lap, daar ging ons plannetje! Gelukkig was er in Camarones, zo’n twintig minuten van Rioacha, een grote lagune waarin duizenden flamingo’s verblijven. Camarones was wel bereikbaar en dus twijfelden we niet en zaten we, voor we het goed en wel beseften, op een bootje te dobberen en heel wat maffe vogels te bestuderen (o.a. flamingo's, rode ibissen, reigers, albatrossen... ). Het zalige was dat we helemaal alleen waren met onze gids en dat er geen enkele andere toerist te bespeuren was; missie geslaagd! Daarna namen we een ‘carro’ (= taxi-auto voor lange afstanden) naar Uribia. Daar aangekomen, bleek dat we net een dag te laat waren voor een groot indiaans muziek/cultuur festival... helaas, helaas, helaas.

Ondertussen bleef het weer ons goedgezind. Allez ‘t is maar hoe ge het beziet... want het bleef snikheet, amai, bijna niet te doen! Neem van ons aan dat zulke superhete temperaturen het reizen er niet minder vermoeiend op maken! We kropen in Uribia dan ook goed op tijd in ons bedje om de volgende dag kennis te maken met de zoutmijnen, die naar ’t schijnt prachtig zouden zijn! Na wakker te zijn geworden van de hitte (de ventilator werkte niet meer, want de elektriciteit was afgezet… heel normaal hier) trokken we naar de zoutmijnen. Eens daar aangekomen werd ons al snel duidelijk dat de zo gezegde prachtige zoutmijnen, een beetje teleurstellend waren! Er was niet meer te zien dan een grote hoop zout! We reden nog met een taxibrommer (met drie op nen brommer, lachen was dat!) een stukje verder, naar de plaats waar de ontginning van het zout gebeurde, maar dat was al even zwak! We konden er allemaal nog om lachen, al was het die dag snikkend heet en waren we best al moe van de voorbije dagen. Daarenboven was ik niet 100% gezond en had ik regelmatig last van koortsvlagen. Toch reisden we diezelfde dag nog verder naar Cabo De La Vela, het hoogtepunt van onze trip naar La Guajira! Maar daar geraken was een ander paar mouwen...

We kwamen aan de 'halte' waar de camionetta’s vertrokken richting Cabo. Blijkbaar was de propvolle wagen, die er klaarstond om te vertrekken, de allerlaatste van die dag naar Cabo De La Vela! Het was tevens redelijk duidelijk dat wij daar niet meer bij in geraakten want hij zat al boem, boem vol!!! Minstens 20 personen in een autootje waar normaal slechts 11 personen in pasten, en op het dak waren goederen enkele meters hoog opgestapeld! Hmmm, wat nu? We hadden alle twee geen zin om nog een nacht in Uribia te blijven, dus we beslisten om maar wat te wachten aan de halte, want tja, in Colombia is de kans groot dat “de laatste” niet echt de laatste is, of je toch nog iemand tegenkomt die naar dezelfde bestemming moet. Eén uur gewacht, 2 uur gewacht, 3 uur gewacht.... Ondertussen al wat contacten gelegd met enkele mensen daar en aan veel volk gevraagd of er misschien nog iemand naar Cabo moest. Ondertussen kreeg ik het heter en heter van de koorts… het was eigenlijk heel raar want ik had zelf niet door dat ik het veel te warm had. Op een bepaald moment stootte ik tegen Ellen haar arm en die voelde ijskoud aan! Gelukkig hadden we nog een neurofenneke op zak en dat bracht wel wat verkoeling. En het wachten loonde de moeite. Er zou een man tegen 17u richting Cabo rijden en wij konden mee voor een prijsje. Maar tegen 16u was er een andere vrouw (tandarts in Cabo) die familie had die naar Cabo reden. Zonder dat we het wisten had zij voor ons al ander vervoer geregeld! Zo belandden we uiteindelijk in een dikke jeep met drie stoere mannen richting Cabo De La Vela, ideaal!

In het begin van de rit ontdekte Ellen onder het been van onze chauffeur nog een kleinigheidje... Toen hij uitstapte om te tanken begon Ellen mij te porren en fluisterde ze: “Katrien, Katrien, zie wat op dië zijne zetel ligt!!!.... een pistool!!!!!” We hebben er eens goed mee gelachen, want die mannen waren zeer vriendelijk en we wisten wel dat dit niet voor ons bedoelt was, maar dat hij dat waarschijnlijk gewoon voor eigen veiligheid altijd op zak had. Na 2 uur kwamen we veilig en wel aan in Cabo, jippie!!!
ons woestijnlied:   http://www.youtube.com/watch?v=k0KKGdb4qUY

Tijdens de rit in de auto zagen we de natuur om ons heen stilletjes veranderen. Van een droge, maar nog een beboste omgeving, reden we door een steeds kaler wordend landschap. En toen plots… reden we door een kale leegte… zover je kon zien, niets dan zand. We waren aangekomen in de woestijn, waaauw! We merkten hoe vreemd het voelde om “echte” fata morgana’s te zien; je ziet in de verte precies bomen, water of dieren maar als je dan dichter en dichter bij kwam, was er helemaal niets, echt raar!

Aangekomen in Cabo gingen we op zoek naar een slaapplaats. We slenterde vermoeid verder in de verschroeiende hitte en na een half uurtje vonden we op een leuk slaapplekje. Eindelijk tijd om te rusten! De zee voor ons en rondom ons alleen maar woestijn, heerlijk! Al werd die rust na een paar uur snel verstoord, want blijkbaar waren wij niet de enige die ons verblijfje zo tof vond. Een schoolbende uit Bogota sliep er ook. Kan je het je al voorstellen, zo’n dertig 14-jarige meisjes! Olé, olé gedaan met de rust, maar we hebben wel goed gelachen want ze deden ons wel even terug denken aan onze jongeren van het werk, haha!

We konden ook samen met hen de volgende dag mee naar Ojo Del Mar. We klommen op de rotsen en bergen en genoten van de sterke wind die er stond en van het prachtige uitzicht, heerlijk was dat! De volgende morgen gingen we naar de Pilón De Azucar. Een kleine berg aan de zee die je kon beklimmen en vanwaar we een goed zicht hadden op de zee en de prachtig uitgestrekte woestijn! Dit was jammer genoeg wel het einde van onze reis in La Guajira. Na de lunch reden we met een jeep terug naar Rioacha om van daaruit de bus terug richting Santa Marta te nemen.

Het was een geweldig avontuur waar we veel hebben meegemaakt en gezien! Kortom een geslaagde week!
In Santa Marta hebben we dan gekozen voor een iets luxueuzer hostelletje om te bekomen van de week. Ik voelde me nog steeds niet helemaal goed (af en toe koorts, heel erg moe, en spierpijn...). We dachten dat het wel beter zou gaan na een goede nachtrust maar de volgende morgen heb ik ellen toch maar een dokter laten optrommelen, want beter was ik niet bepaald. Nog geen tien minuten later stond de dokter, met zijn assistent verpleger al naast mijn bed (heel goede service hier, kunnen ze in België nog wat van leren!), en die vond het toch belangrijk om bloed te laten trekken. Hupla een half uur later stond er al een verpleegsterke klaar om bloed te trekken,… wat een spoed service. Tegen de middag waren de resultaten er en alles was in orde. Toch vond de dokter het belangrijk om een tweede test te laten doen want ze wilden dengue (= een tropische ziekte die overgebracht wordt door een mug) volledig kunnen uitsluiten.

Dus moesten we nog wachten tot maandag om opnieuw een bloedtest te laten doen, want ja zoals bij ons werken ze hier op zondag niet. Maandag opnieuw een bloedtest gedaan, ook deze was in orde en ik voelde me al een pak beter dus we dachten “okido, laten we morgen maar vertrekken richting Tayrona!”. “Nee, nee” zei de dokter, “het is belangrijk om nog een derde bloedtest te laten doen binnen de 48 uur” (heeft iets met incubatietijd van dengue te maken). Dus lap, zaten we hier nog steeds vast. Ach ja, we kunnen maar beter zeker zijn want dengue is niet bepaald iets om mee te lachen, dus morgen volgt er een laatste bloedtest. We gaan er vanuit dat die ook wel in orde zal zijn. En daardoor zitten we al een klein weekje ongepland vast in ons luxe hotelletje in Santa Marta! Tjaa, dat zijn we niet gewend zolang niets doen en luieren... moeilijk hoor! We hebben veel gerust, hangmat gehangen, gezwommen, naar de cinema geweest, gaan winkelen...

Morgen, nadat de dokter weer is langs geweest voor de resultaten, gaan we vertrekken naar het nationaal park Tayrona, een tropische jungle aan de kust! Emmen en ik zien er alvast heel erg naar uit! Terug tijd voor actie!

Ellen en ik hebben beslist om niet naar Venezuela door te reizen eind deze maand, zoals eerder gepland was. We zijn heel wat reizigers tegengekomen die er geweest zijn en zeggen dat het er heel erg mooi is, maar dat je je er niet altijd even comfortabel en veilig voelt. Ook op de website van onze regering wordt er sterk afgeraden om te reizen naar Venezuela. Dus ja, na al deze boodschappen hebben we besloten om niet te gaan en nog een extra maand in Colombia te blijven. Ideaal, want dat wil zeggen dat we nu op ons gemakske verder kunnen reizen en nog veel meer van het prachtige Colombia kunnen bezoeken!

En voor diegenen die onze blogs allebei lezen… jullie hebben vanaf nu minder werk. Want ‘t Is hier veel te heet en te mooi voor dubbel werk, dus typen we om de beurt een tekstje. Hier en daar zal er al wel eens een verschilletje in staan, of een extra foto, maar over het algemeen zijn ze dus hetzelfde!! Veel plezier ermee!

zondag 16 mei 2010

Sierra Nevada de Santa Marta

Na Playa Blanca was het hoog tijd voor actie! We besloten de volgende dag een uitstap te maken naar Vulkaan El Totumo, waarbij je in de krater een modderbad kan nemen. Met het openbaar vervoer naar deze moddervulkaan, bleek nogal moeilijk te zijn, dus boekten we een toer via ons hostal. El Totumo ligt ten Noord-oosten van Cartagena in de richting van Santa Marta waar we zeker nog naartoe wilden. Daarom vroegen we aan enkele mensen van het reisagentschap of we na de vulkaan niet vandaar uit rechtstreeks verder naar het noorden konden, naar de stad Baranquilla. De ene zei dat dit niet kon en we best terug kwamen naar Cartagena om dan daar een rechtstreekse bus te nemen, en de andere zei dat dit misschien wel mogelijk was maar niet zo simpel. We besloten toch om al onze spullen mee te nemen want we hadden geen zin om na de uitstap 2 uur terug te reizen om dan dezelfde weg later nog eens te moeten nemen.

De moddervulkaan El Totumo, was veel kleiner dan wij verwacht hadden… en we hadden de tegenslag dat er samen met ons een hele schoolbus tieners was aangekomen, die een hoop lawaai bij hadden en het tof vonden om met met z’n allen tegelijk in het kleine modderbad te springen. Echt relaxend was het dus niet, maar het was wel een heel nieuwe en best grappige ervaring! Wat we heel raar vonden was dat je bleef “drijven” in de modder, zelfs elkaar dieper in de modder duwen ging niet.

Op de terugweg, werden we afgezet in een klein dorpje waar de bus richting Baranquilla zou doorkomen. Heel het dorp stond naar ons te gapen en begon met ons te babbelen… jaja nu waren we duidelijk uit het toeristische gedeelte van Colombia. De bus die ons oppikte, was ook heel duidelijk géén toeristenbus; het echte Colombia was nu rondom ons: show!!!

Echt vooruit plannen doen we hier niet, dus was het op de bus hoog tijd om uit te zoeken wat we in Baranquilla wilden doen en waar we zouden slapen. We vonden in onze gids niet direct veel nuttigs en toen we Baranquilla binnenreden (een zeer grote en tamelijk lelijke stad), keken we elkaar aan en in een mum van tijd beslisten we om direct door te rijden naar Santa Marta, waar twee grote nationale parken zijn. Enkele uren en bussen later stonden we voor Casa Familiar, ons Hostal voor de volgende dagen. Beslissingen nemen kunnen wij hier duidelijk beter dan in België, want nog die avond schreven we ons in voor een zesdaagse wandeltocht naar Ciudad Perdida (= ruïnes van de “Verborgen stad” in de jungle van Sierra Nevada de Santa Marta).

De trektocht door de jungle was machtig! De eerste vijf kilometers werd ons uithoudingsvermogen al direct getest… we moesten namelijk direct enkele uurtjes steil naar boven! Bij temperaturen van + 30°C was dat serieus afzien hoor! Gelukkig komt aan elke berg een einde, had ons kokje heerlijk fruit bij en kwamen we minstens om de twee uur een heldere rivier tegen waarin we een frisse duik konden nemen. Tijdens de trip aten en sliepen we in verschillende kampen met hangmaten of stapelbedden met muskietennetten. Enkele muilezels voorzagen de kampen van eten en andere benodigdheden. We stonden ervan versteld hoe onze jonge kok met zulke primitieve middelen ons toch telkens weer een heerlijke (bijna luxueuze) maaltijd kon voorschotelen. Lekker eten was dan ook echt wel nodig want gedurende de dag hadden we meer dan veel energie nodig!

s’ Avonds speelden we bij kaarslicht spelletjes of vertelde onze gids verhalen over de geschiedenis van de Sierra Nevada, over de Kogi’s (=Indianen die in deze bergen wonen) en Ciudad Perdida. Zo kregen we te horen dat er in de jaren 1950 (+/-) een vooruitstrevende politicus was die de strijd aanging voor de boeren in Columbia… geen alledaagse man in de corrupte regering van die tijd! Na zijn dood richtten enkele fanatieke volgeling de F.A.R.C. (Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia = gewapende revolutionaire troepen van Colombia) op; een guerrilla beweging met communistische gedachtegang die de macht wou overnemen. Deze vrijheidsstrijders hadden natuurlijk een leger nodig om de confrontatie aan te gaan met het leger van de regering. Aangezien een vrijwillige rekrutering van jonge mannen niet zo simpel was, kozen zij voor een iets hardere aanpak; ze trokken doorheen heel het land van dorp tot dorp en zetten door middel van chantage de mannen onder druk om in hun leger te stappen. Als de mannen niet deelnamen zouden gezinsleden vermoord of gekidnapt worden… neeje het waren geen watjes die FARC’s! Uit schrik voor de FARC trokken vele boeren naar de Sierra Nevada de Santa Marta, omdat het in die tijd een redelijk veilige zone was en de grond er super vruchtbaar was/is. De boeren die van her en der naar de Sierra kwamen moesten hard werken om een nieuw leven op te starten. Omdat ze zo ver van de “bewoonde wereld” verbleven, hadden ze echter niet door dat ze hun groeten en fruit naar verloop van tijd ver onder de verkoopprijs verkochten aan handelaren uit de stad. De sukkelaars werden dik in’t zak gezet en konden amper rondkomen.

En toen was er ne slimmerik die doorhad dat cannabisplantages een pak meer zouden opbrengen. De meeste boeren schakelden over naar het verbouwen van weed en geraakten zo uit de miserie… beter nog ze hadden plotseling een manier gevonden om rijk te worden. Ze kapten nog wat meer jungle om en begonnen gouden zaken te doen. De regering kon hun niet echt tegenhouden omdat de Sierra Nevada veel te afgelegen en herbergzaam was. Enkele jaren boerden de cannabisplantages goed totdat de Amerikanen er genoeg van kregen! Want de drugs vond natuurlijk zijn weg naar de verenigde staten en meer en meer drugsproblemen ontstonden in Noord-Amerika. De Amerikanen stelden vliegtuigen ter beschikking van de Colombiaanse regering en de weedplantages werden vanuit de lucht besproeid met gifstoffen. Het gif tastte natuurlijk niet alleen de plantages aan maar vernielde ook grote andere delen van de jungle. En de boeren… die waren terug bij af!

Ze bleven niet bij de pakken zitten en ontdekten hoe simpel het was om cocaïne te produceren. Verschillende drugslabs rezen uit de grond en konden diep in de jungle goed verborgen worden. De boeren begonnen terug met nieuwe zaakjes en een nieuw leven. De guerrillabeweging van de FARC’s roken echter geld… geld dat ze dringend nodig hadden om hun wapens en troepen te financieren. Dus gingen de FARC op ‘bezoek’ bij de boeren. Voor de boertjes was de maat echter vol en deze zagen het niet meer zitten dat iemand anders met hun geld en land ging lopen, dus beslisten ze om zich te verenigen en een eigen legertje op te starten om zich te beschermen. Hoewel het FARC veel meer manschappen had, slaagden ze er niet in om de boeren te bestrijden want deze hadden natuurlijk het voordeel om op eigen terrein te vechten. Namelijk in de jungle die zij veel beter kenden dan gelijk wie. Net om deze reden konden ook de regeringstroepen niets doen tegen de cocaïneplantages.

De regering lied de FARC en de boeren enkele jaren tegen elkaar strijden, omdat ze er toch niet veel aan konden doen. Maar voor Amerika, die met meer en meer cocaïne vanuit Columbia moest afrekenen, was de maat weer vol. In ruil voor zware leningen (en waarschijnlijk nog heel wat anders) gaf de VS enkele jaren geleden weer financiële steun aan de regering van Colombia, zodat deze een verbeteringsplan konden opstellen. Er werd onderhandeld met de boeren opdat deze, in ruil voor bescherming tegen de FARC, nieuwe schooltjes, klinieken, studiebeurzen voor de jongeren en eerlijke prijzen voor koopwaar van de boeren, de deuren van hun cocaïnelabo’s zouden sluiten en terug fruit en groeten zouden verbouwen. En zo begonnen de boeren vijf jaar geleden weer een nieuw leven.

Ja, het is nog een jonge historie en de sporen van de Guerrilla, weed en cocaïne zijn hier nog lang niet verdwenen. De gidsen die ons vandaag de weg wijzen doorheen de Sierra Nevada, hebben vaak zelf nog gevochten tegen de FARC, in een cocaïne lab gewerkt of zakken vol weed getransporteerd met hun ezeltjes. Op de wandelpaden en in bij de ruines van de verborgen stad kwamen we af en toe enkele soldaten tegen en bij een kort bezoekje aan een nog verborgen drugslab zagen we hoe cocaïne geproduceerd werd. Het toppunt was wel dat toen de cocaïne klaar was, we het zelfs mochten uit proberen!!! Wees gerust, nadat we gezien hadden hoeveel chemische brol (benzine, aceton, en ander vergif) er nodig is om tot dit witte poedertje te komen, hadden Ellen en ik niet bepaald goesting om het uit te testen... er warren wel enkele toeristen bij die hier anders over dachten… deze waren dan ook veel sneller terug in het kamp (dat boven op de berg lag) dan wij, haha!!!

De ruines van de verloren stad waren spectaculair. Jammer genoeg bouwden de Kogi-indianen enkel de terrassen (cirkelvormige vlaktes tegen de bergkam) waarop hun huizen en tempels stonden, met steen voor de stevigheid. Hun huizen en tempels werden met hout gemaakt, waardoor deze nu natuurlijk al lang verdwenen zijn. De Kogi en andere indianen groepen in Columbia kwamen aan hun einde zoals de Maya’s, de Inca’s en andere indianengroepen in Latijns Amerika, toen dat de Spaanse veroveraars hier aankwamen. Zij brachten Europese ziekten mee waartegen de Indiaanse bevolking niet bestand waren. Diegene die toch bestand waren tegen de ziektes werden uitgeroeid of onderworpen aan de Spanjaarden die natuurlijk over veel sterkere wapens beschikten.

Deze prachtige streek herbergt trieste verhalen. Onze trektocht was zwaar, maar zeker de moeite… Onvergetelijk en leerrijk!

zaterdag 8 mei 2010

Van een sneeuwstorm naar de verschroeiende zon!

Het leek wel of Canada een persoonlijk afscheid voor me geregeld had, want hoewel het ondertussen al volop lente was in het land, kreeg ik op mijn laatste dag nog een flink pak sneeuw van de Canadese weergoden! Op het vliegveld in Calgary kreeg ik te horen dat mijn vlucht herboekt was en dat mijn nieuwe vlucht zo’n zes uur geleden was opgestegen! Gelukkig konden ze dit probleem een heel pak sneller en beter oplossen dan de problemen die Kevin gehad heeft door de Ijslandse vulkaan… En zo moest ik snel afscheid nemen van Karolien want mijn nieuwe vlucht vertrok een uurtje later al. Daarenboven had deze vlucht veel betere aansluitende vluchten, wat de lange reis van Canada, over Amerika, naar Bogota in Colombia een pak aangenamer maakte. Wat wel snel duidelijk werd, was dat de luchtmaatschappij “American Airlines” nog heel wat kan leren van “Quantas airlines” en “Britisch airways”!!! Deze laatste twee brachten ons eerder van Londen naar Bankok en van daar verder naar Nieuw- Zeeland en Canada, en hun service én vliegtuigen waren stukken beter! Vlak voor we opstegen sproeide men eerst een roze en daarna een groene dikke vloeistof op de vleugels van het vliegtuig om te voorkomen dat er sneeuw of ijs op vast kwam te zitten… het is zo eens wat anders zo’n vliegtuig met een blits groen kleurtje!

Aangekomen in Columbia was het niet direct de temperatuur die het verschil zo groot maakte tussen de twee landen… het was namelijk amper 15°C in de hoofdstad van dit Zuid-Amerikaanse land. De warmte waar ik zo had naar uitgekeken liet dus nog even op zich wachten, maar de Latino cultuur had me zo weer in zijn macht! In en rond het vliegveld was het een drukte van jewelste; een groepje Colombiaanse cheerleaders die van op ons vliegtuig tot in de aankomsthal iedereen lieten meegenieten van hun danspasjes, Colombiaanse reizigers die al zingend op hun bagage stonden te wachten, luide weerziens waarbij familie en vrienden elkaar lachend in de armen vielen, haast meer taxichauffeurs dan reizigers die luidkeels hun diensten aanboden, én een aantal chique Colombiaanse zakenlui (met wel heel jonge en knappe vrouwtjes) die luidkeels in hun gsm’s stonden te roepen! Het is prachtig om te zien hoe deze mensen uiteindelijk net hetzelfde doen als wij, maar met zoveel meer temperament!

Na een super goedkope rit van bijna een uur in de taxi, was ik ook weer gerustgesteld dat mijn Spaans met nog lang niet in de steek had gelaten… Na het gesprek met de supervriendelijke en erg geduldige en behulpzame chauffeur, was mijn geheugen weer wat opgefrist en klaar om de volgende twee maanden Spaans te spreken!

Ellen kwam pas twee dagen later aan dan mij en zo had ik dus nog rustig de tijd om’t één en’t ander te regelen. Zo was bijvoorbeeld mijn haar dringend toe aan een opknapbeurt. Ik had speciaal gewacht tot in Columbia om naar de kapper te gaan, omdat een kappersbeurt in Canada waarschijnlijk nogal veel weg heeft van een knipsessie in België, en misschien lag dit in Latijns Amerika wel anders. En ja, gelijk had ik, deze knip-en-kap-ervaring zal ik niet snel meer vergeten! Het was een groot, funky kapsalon waar zo’n vijf verschillende meisjes aan de slag waren. Tussen het werk door namen zij rustig de tijd voor een babbeltje, een biertje en een grapje bovenop. Zij leken meer plezier te hebben dan een heel café in de Corbistraat tezamen op vrijdagavond! Het meisje dat mijn haar knipte kletste er vrolijk op los en had na enkele minuten al zo’n vijf keer tegen me gezegd hoe geweldig zacht en leuk ze mijn haar wel niet vond (vergeet hierbij niet dat een doorsnee Columbiaan een heel ander type haar heeft dan onze Europese haartjes!). Op een bepaald moment waren we aan het lachen omdat ze er weer over begon en zag ik één van de andere meisjes nieuwsgierig lachend toekijken. Voor de grap vroeg ik haar of ze ook eens aan mijn haar wilde voelen en daardoor stonden ze niet veel later allemaal rond mij om eens een keer aan mijn haar te voelen, haha ongelooflijk!

Die avond was het tijd om de Colombiaanse rum uit te testen bij enkele kaartspelletjes (lees: drankspelletjes) met een hoopje andere reizigers die in hetzelfde hostal verbleven. Ik moet zeggen… slecht was de rum niet maar mijn favoriete drankjes zal het toch nooit worden denk. De volgende dag vertrok ik goed op tijd naar de luchthaven om Ellen op te halen, die mij, na drie maanden in Costa Rica, zal vergezellen op de rest van mijn/onze reis! Ellen had een mooie dag uitgekozen om aan te komen; namelijk 1 mei… ook hier in Columbia de dag van de arbeid. Dat betekend sowieso al dat er enkele optochten gehouden worden door arbeidersorganisaties en hun leden. Aangezien het eind mei verkiezingen zijn in Colombia, waren er extra veel arbeiders op de been en daarenboven waren er in verschillende delen van de hoofdstad ook nog enkele betogingen van studenten! De bus naar de luchthaven kwam niet via de gebruikelijke haltes en mijn zoektocht naar een juiste bus begon… Gelukkig stonden er op elke hoek van de straat wel een tiental politieagenten die graag ‘een poging deden’ om me de juiste richting uit te sturen. Jammer genoeg zeggen de mensen hier nog liever iets fouts dan helemaal niks en dus heb ik minstens een uur en half rondgelopen voordat ik op een klein busje stapte dat me naar een drukke verkeersader bracht, waar ze me dropten en ik tien minuten later eindelijk de juiste bus zag aankomen!

Het weerzien met Ellen was super, maar het leek wel of we elkaar pas vorige week nog gezien hadden! Die namiddag en avond brachten we door met een drankje en een hapje en vertelde we elkaar honderduit over onze avonturen van de afgelopen maanden. Tussenin besliste we ook nog even dat we zo snel mogelijk wilden vertrekken uit de hoofdstad Bogota om de zon en wat rust op te zoeken. Ik had al ergens iets gehoord over super goedkope vluchten naar Cartagena aan de Caraïbische kust, en voor we het wisten hadden we een vlucht geboekt voor de volgende dag! Deze vlucht van een uurtje bespaarde ons een busrit van 28 uur (!oef!), en kostte ons amper tien dollar meer dan de busrit zou kostten. En zo kwam het dat we de volgende dag terug allebei op’t vliegtuig zaten!

Toen we in Cartagena uit het vliegtuig stapten was het wel de temperatuur die ons duidelijk maakte dat we op een heel andere plaats waren. Een vochtige hitte kwam ons tegemoet zodra de vliegtuigdeuren geopend werden. De volgende dagen werd het puffen geblazen terwijl we het oude gedeelte van Cartagena verkenden. Natuurlijk hadden we al gauw genoeg van de drukte in Cartagena en besloten we om enkele dagen naar Playa Blanca te trekken om te ‘chillen’! De meeste toeristen die naar dat eiland gaan boeken een georganiseerde tour via hun hotel of hostal, maar wij besloten op eigen houtje te gaan. We hadden ergens gelezen waar we een boot konden nemen en wat die ongeveer zou kosten en dus stuurden we onze taxichauffeur daar naartoe. We waren een beetje verbaast over de staat waarin de haven verkeerde. Overal lag rommel en afval, vlakbij de boten zakte we tot onze enkels in de modder, en de geur was ook niet alles. Vuile albatrossen en kleine reigers plukten stukjes plastiek uit het water die ze moeizaam naar binnen werkten. De vogels moesten bij het verorberen van het afval telkens slokjes water drinken om alles binnen te krijgen. Dat ze niet zagen dat het geen vis was en wel afval, dat konden we nog begrijpen want het water was echt smerig, maar je zou op z’n minst denken dat ze wel konden proeven dat het geen vis was? Het was echt een triest zicht. Was dit echt de plaats waar al de toeristen een boot namen naar Playa Blanca? Dat konden we moeilijk geloven want we waren de enige toeristen in de verre omgeving! Of was het misschien nog niet het juiste seizoen voor de toeristen en zou Playa Blanca er uitgestorven bijliggen. Dat klonk wel aanlokkelijk, maar eens aangekomen op het eiland bleek toch dat we het bij het verkeerde eind hadden. Het was dan wel erg rustig op het eiland, maar we waren zeker niet de enige toeristen. Al snel werd duidelijk dat we vanuit een heel andere “haven” vertrokken waren dan de andere toeristen, maar qua avontuur kon het wel tellen! Geen van de andere toeristen was in een bootje vervoerd samen met enkele locals, tientallen jutte zakken met eten, een grote ventilator die tijdens de boottocht een paar keer in ons gezicht dreigde te vliegen, een haantje, een fraaie, nieuwe, plastieken bloementuil en een lading golfplaten, genoeg om een heel huis van te bouwen!!!

Het strand van Playa Blanca leek wel uit een film weggelopen! En de hutjes waarin we verbleven kwamen zo uit een prachtig sprookje! Tijdens het snorkelen zagen we enorm veel verschillende vissen; nemo-tjes en andere fel gekleurde vissen, inktvissen, roggen, zeecobra’s, vlindervissen, vissen die zich vermomden als stenen en andere die onzichtbaar leken in het koraal, zeesterren en massa’s andere vissen! Uren hebben we liggen drijven! Het eten was lekker en de zonsondergangen adembenemend! Meer hadden wij niet nodig om rustig te acclimatiseren!!!

Bienvenida en Colombia!!!